OPSTAPPEN EN FIETSEN
Gebruik altijd de parkeerrem bij het op- en afstappen. De parkeerrem
voorkomt dat de fiets wegrolt en tot gevaarlijke situaties kan leiden.
•
Als je als rijder instapt, ga je gewoon op de zitting zitten en zet je je
voeten op de pedalen. Voor de bijrijder is het hetzelfde, maar kan
optioneel uitgebreid worden met de mogelijkheid om de zitting te
draaien zodat je gemakkelijker op de fiets stapt.
•
Zodra je goed zit en wilt gaan fietsen, haal je de fiets van de handrem.
•
Zet de versnelling in de 1 zodat je lichter kunt trappen.
•
Blijf altijd rechtop zitten en houd je voeten op de pedalen. Zelfs als je
remt of stilstaat.
TIP VAN KEVIN Stuur tijdens het fietsen met je armen en niet met je
lichaam. Fietsen door bochten is even wennen. Om stabiel te blijven,
leun je tijdens scherpe bochten met je lichaam iets naar de binnenkant
van de bocht. Wees voorzichtig bij korte bochten. Pas je snelheid aan.
Vermijd plotselinge en heftige stuurbewegingen. Zo voorkom je
ongelukken en schade.
TIP VAN KEVIN Als je wilt schakelen, stop dan eerst met trappen en
kies dan de gewenste versnelling. Trap niet terwijl je schakelt. Dit
kan leiden tot schade aan het schakelmechanisme. Schade aan de
versnellingsnaaf door misbruik valt niet onder de garantie.
13