4.7. Buiten bedrijf stellen
4.7.1. Verwarmingssysteem
ä
Let op!
Stel de kamerthermostaat in de winter niet lager in dan 15 °C.
Om bevriezing van de installatie te voorkomen is het raadzaam
om alle radiatorkranen geheel of gedeeltelijk open te laten
staan.
Tip
Wanneer de cv-aanvoertemperatuur in het toestel onder de
ingestelde waarde van de ketelveiligheid zakt, dan komt het
toestel in bedrijf en warmt zich op tot circa 5-10°C boven de
ingestelde waarde.
a) Laat de stekker van het toestel in de wandcontactdoos zitten.
b) Draai de kamerthermostaat op minimum. Het warm water zal
op temperatuur gehouden worden, tenzij anders ingesteld (zie
Warm water).
4.7.2. Warm water
ä
Gevaar!
Indien het toestel als naverwarmer van een zonneboiler
functioneert mag het toestel en de warm water functie nooit
uitgeschakeld worden.
Tip
Wanneer de cv-aanvoertemperatuur in het toestel onder de
ingestelde waarde van de ketelveiligheid zakt, dan komt het
toestel in bedrijf en warmt zich op tot circa 5-10°C boven de
ingestelde waarde.
a) Laat de stekker van het toestel in de wandcontactdoos zitten.
b) Gebruik het bedieningspaneel. Ga via het
naar de functie
WARM WATER
WARM WATER
Aan
Uit
In het statusscherm zal 'WARM WATER UIT' rechtsboven knipperen.
GEBRUIKERSMENU
en selecteer UIT.
4.8. Definitief buiten bedrijf stellen
ä
Let op!
Het uitschakelen van het toestel in een vorstperiode kan
bevriezing van de gehele installatie veroorzaken. Tap op het
laagste punt zowel het verwarmingssysteem als alle sanitaire
leidingen af om waterschade te voorkomen.
Tip
Zet uw apparaat niet zomaar bij het grofvuil, maar informeer
voor de afvoer van het apparaat bij uw installateur of gemeente.
a) Draai de kamerthermostaat op minimum.
b) Gebruik geen warm waterkraan.
c) Verwijder de stekker van het toestel uit de wandcontactdoos.
d) Sluit de gaskraan onder het toestel.
21