Voor de installateur
• Het toestel dient zodanig aangebracht te worden, dat de schakel- en regelsystemen niet aanger-
aakt kunnen worden als men zich in de badkuip of onder de douche bevindt.
• De bedrijfsmiddelen dienen op de nominale opname van de toestellen berekend te zijn.
• Installatie van de contactdoos in ruimten met een badkuip en/of douche is niet toegestaan in de
veiligheidszones 1 en 2.
2.4
Plaats van montage
De natuursteenverwarming is uitsluitend voor de vaste wandmontage bedoeld. Er dient daarbij op
gelet te worden, dat de wand over voldoende draagvermogen beschikt.
Montage is mogelijk in alle ruimten. In badkamers kan de natuursteenverwarming in veiligheidszone
2 gemonteerd worden.
2.5
Montage van het toestel
Fabrieksmatig is de natuursteenverwarming voor horizontale montage ontworpen.
Bij verticale montage van de natuursteenverwarming dient men voordat men daarmee begint de
volgende wijzigingen aan te brengen:
de zich boven de netaansluitleiding bevindende wandhouder (2) dient met de diagonaal zittende
afstandsbout (5) vervangen te worden;
Er dient op gelet te worden, dat het netaansluitsnoer zich altijd aan de onderkant bevindt.
!
beide wandhouders met de langgatopeningen naar beneden draaien.
De bevestigingsschroeven (6) in de natuursteenverwarming voorzichtig aandraaien, omdat an-
!
ders de pluggen in de natuursteenverwarming stukgedraaid kunnen worden!
2.5.1
Wandbevestiging
De natuursteenverwarming dient alleen aan een egale wand bevestigd te worden, omdat er
!
anders door spanningen scheurtjes in de natuursteenplaat kunnen ontstaan.
Bij een oneffenheid dient voor het aandraaien van de bevestigingsschroeven het oppervlak
geëgaliseerd te worden!
De maten a en b voor de boorgaten aan de natuursteenverwarming opmeten;
Boor de gaten volgens de berekende maten in een wand met voldoende draagvermogen. Houd
hierbij voor de veiligheid aan alle zijden een afstand aan van 100 mm. (b.v. maat b + 100 mm);
Zeskantschroeven (7) zover in de boorgaten schroeven dat de natuursteenverwarming met de
open langgaten van de wandhouders (2) nog achter de schroefkop kan worden vastgehaakt;
Natuursteenverwarming erin hangen (niet kiepen of kantelen – breukgevaar) en zeskantschroe-
ven aandraaien. Eventuele spanningen die optreden kunnen weggenomen worden door de
bevestigingsschroeven (6) in de natuursteenplaat iets losser te draaien.
Daarna dienen deze schroeven weer tot aan de aanslag vastgedraaid worden (pluggen kunnen bij
te strak aandraaien losraken);
2.5.2
Elektrische aansluiting
De natuursteenverwarming alleen op wisselspanning 230V 50 Hz aansluiten.
Let er bij het inkorten van de netaansluitleiding op, dat het loshaken van de natuursteenverwar-
ming ook zonder afklemmen van de aansluitleiding mogelijk is.
2.6
Eerste ingebruikneming
Wordt de natuursteenverwarming voor het eerst opgewarmd, dan mag de opwarmtijd niet
!
langer duren dan 20 minuten. Daarna moet de plaat tenminste 60 minuten afkoelen.
Deze voorzorgsmaatregel dient nog eenmaal herhaald te worden.
Het toestel dient gedurende de eerste twee dagen trapsgewijs opgewarmd te worden totdat de ge-
wenste kamertemperatuur is bereikt. Zo wordt voorkomen dat er haarscheurtjes optreden. Ontstaan
er toch haarscheurtjes, dan is dat niet gevaarlijk en niet van invloed op het functioneren en de vei-
ligheid van de natuursteenverwarming.
20