30
Instellen van systeem
Instellingen
Begininstellingen
Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt,
verschijnt het hulpprogramma voor de eerste
setup op het scherm. Stel de taal in en ook de
netwerkinstellingen in het het hulpprogramma
voor de eerste setup.
1. Druk op 1 (POWER).
Het hulpprogramma voor de eerste setup
verschijnt op het scherm.
2. Gebruik W/S/A/D om de taal in te stellen
3
en druk op ENTER (b).
3. Lees en doe de voorbereiding voor de
netwerkinstellingen en druk dan op ENTER (b)
terwijl [Start] geaccentueerd wordt.
Als het kabelnetwerk is verbonden, zullen
de instellingen van de netwerkverbinding
automatisch voltooid worden.
4. Alle beschikbare netwerken zullen op het
scherm getoond worden. Gebruik W/S om
[Bekabelde netwerk] of het gewenste SSID van
het draadloze netwerk te selecteren en druk op
ENTER (b).
Als u beveiliging heeft op uw toegangspunt,
dient u, indien noodzakelijk, de toegangscode
in te voeren.
5. Gebruik W/S/A/D om de IP Mode-opties
[Dynamisch] of [Statisch] te selecteren.
Meestal kunt u het best [Dynamisch] selecteren
om automatisch een IP-adres toe te wijzen.
6. Selecteer [Volgende] en druk op ENTER (b) om
de netwerkinstellingen toe te passen.
De status van de netwerkverbinding wordt op
het scherm getoond.
Voor details over netwerkinstellingen, raadpleeg
"Verbinden met uw thuisnetwerk" op pagina 24.
7. Selecteer [Volgende] en druk op ENTER (b).
8. Controleer alle instellingen die u heeft ingesteld
in de voorgaande stappen.
Druk op ENTER (b) terwijl [Beëindigen]
geaccentueerd wordt om het hulpprogramma
voor de eerste setup te voltooien. Als er
instellingen veranderd moeten worden, gebruik
dan A/D om [Vorig] te selecteren en druk op
ENTER (b).