CONCEPT
2000
R R
Editie 06/01
Bepaling dimmer i.v.t. lasttype
Gloeilampen
Een conventionele gloeilamp bezit een goed regelbereik van 0% tot
100%. De spanningsregeling verhoogt aanzienlijk de levensduur van de
lamp. Per 10% mindering neemt de levensduur dubbel toe.
Halogeenlamp 230V
Een halogeenlamp bezit tevens een goed regelbereik van 0% tot 100%.
Op te merken is dat bij dit type lamp zich een materiaalafzetting kan
voordoen op de binnenkant van de glaskolf en dit bij een temperatuur
< dan 800°C. Deze afzetting kan verwijderd worden door de lamp 5
minuten op 100% te laten branden.
Laagspanningshalogeenlampen met conventionele
transformator
Deze lampen zijn verkrijgbaar in 6, 12 et 24 V. De primaire wikkeling van
de transformator moet aan de klemmen 6 en 8 worden aangesloten.
Het totale vermogen (nominaal vermogen van de transformator) zal niet
meer dan 1000 VA bedragen.
Opgepast : Bovenvermelde lasten zijn ohms of inductief en kunnen
CP 31LR / 33LR
R
= Ohmse last
6 Gloeilamp
6 Halogeenlamp 230V
L
= Inductieve last
:
6
Klassieke transformator voor
halogeenlamp op laagspanning
6 Elektronische transformator voor
halogeenlampen op
laagspanning
6 Voor directe dimming van neon-
verlichting met beperkt
regelbereik
C
= C
apacitieve last :
6
Elektronische transformator voor
halogeenlampen op laagspanning
Gloeilampen
E-mail : conson.belgium@skynet.be
Aansnijding
TRIAC-dimmer
transistordimmer
R + L
Gloeilampen of
conv. transformatoren.
elektronische trafo's
Voordelen:
6
Softstart
6
Een triac is robuust en
kan hoge stromen aan
6
Geschikt voor ohmse-
en inductieve lasten
Nadelen :
6 Geen elektronische
kortsluitbeveiliging
6 Akoestische storingen
6 Verdraagt geen
capacitieve belasting
Lichtbronnen:
6 Ohms of inductief
230V Halogeenlampen
probleemloos gedimd worden. Dit geldt ook voor ringkern-
transformatoren. Indien inductieve lasten gedimd moeten worden met
een CP31CR
(fase-afsnijdingsdimmer), dan dient er een last-
condensator parallel op de primaire van de transformator geschakeld te
worden. Deze moet min. 0,4 µF zijn. Deze montage wordt ingezet
wanneer het bromgeluid afkomstig van gedimde transformatoren
verwijderd moet worden (vb. In filmstudio's).
Laagspanningshalogeenlampen met elektronische
transformatoren
Het toepassen van elektronische transformatoren vereist de controle
van welk soort dimmen toegepast mag worden. Er zijn types die
uitsluitend door fase-afsnijding gedimd mogen worden en er zijn types
die door fase aan of -afsnijding mogen gedimd worden. Het is raadzaam
de handleiding van de fabrikant te raadplegen.
TL- en PL-buizen
Wanneer deze voorzien zijn van dimbare elektronische ballasten met
een regelingang 0,1,10,20V, kan de CP31BC toegepast worden. Voor
elektronische ballasten die met fase afsnijding dimbaar zijn, wordt de
CP31CR toegepast. Bepaalde PL-buizen laten zich op dezelfde methode
dimmen.
CP 31CR
CP 31BC
Afsnijding
0-10V
Laagspanningscontrole
R + C
HF
230V
12V
Elektr. voorschakel-
Gloeilampen of
Voordelen:
6 Softstart
6 Elektr. kortsluitvast
6 Zwakke akoestische
storingen
6 Geschikt voor ohmse-
en capacitieve lasten
Nadelen :
6 Voor inductieve
belasting is er een
condensator nodig
als basislast
Lichtbronnen
6 Ohms of capacitief
Spaar-
Laagspannings
lamp
hallogeenlampen
1) Dimming wijzigt de kleurenweergave naargelang het regelniveau
Dimmers - CP31 / CP33
Technische fiche
Stuursignaal
apparatuur
Voordelen:
6 Minder energieverbruik
6 Knippervrije start
6 Lange levensduur
6 voor TL- en PL-buizen
6 Geen stroboscoopeffect
6 Stabiel licht
6 Geen mechanische storingen
6 Softstart
Nadelen :
6 Levensduur
6 Prijs
Lichtbronnen:
6 TL- en PL-buizen
Metaalhalogeen
Compacte
Buislamp
lampen
neonlamp
(1)
http://www.conson.be
T04
pagina 3
HS-natrum
lampen
(1)
®