Nederlands
Afb.2-12
ArtNo.061-0001 - 90 induction - 900S MF oven controls
Functieselectie
Afb.2-13
ArtNo.061-0001 - 90 induction - 900S MF oven controls
Afb.2-14
ArtNo.192-0107 - Falcon oven temp control
Afb.2-15
ArtNo.192-0104 - Falcon oven light
Temperatuurselectie
10
Het blootliggende bovenelement kan ertoe leiden dat
sommige gerechten te snel bakken, daarom raden wij aan
dergelijke gerechten in de onderste helft van de oven te
plaatsen. Het kan ook zijn dat de oventemperatuur lager
gezet moet worden.
Gelijksoortige gerechten die tegelijk worden gebakken moet
u omwisselen om ze gelijkmatig te bakken.
Bruiningselement
Bij deze functie wordt alleen het element boven in de
oven gebruikt. Het is een handige functie voor het
bruinen of afwerken van pastagerechten, groenten in
saus en lasagne, omdat het te bruinen gerecht al heet is
voordat overgeschakeld wordt naar het bovenelement.
Onderhitte
Bij deze functie wordt alleen het onderste element
gebruikt. In deze kookstand kunt u pizza- of
quichebodems een krokant korstje geven of de
bodem van een pasteikorst afbakken op een lager ovenrek.
Het is ook een gematigde warmte, ideaal voor langzaam
bakken van stoofschotels in het midden van de oven, of voor
het verwarmen van borden.
De functies voor het Bruinen en de Onderhitte zijn handige
extra's in uw oven, waarmee u de exibiliteit krijgt om
uw gerechten perfect af te werken. In het gebruik zult u
snel merken hoe u deze functies kunt combineren om uw
kookvaardigheid te vergroten.
Heteluchtoven
Heteluchtovens laten continu hete lucht circuleren, zodat het
bakken sneller en gelijkmatiger verloopt.
De aanbevolen baktemperatuur voor een heteluchtoven is
over het algemeen lager dan voor een conventionele oven.
Vergeet niet dat alle fornuizen anders zijn. De temperaturen
in uw nieuwe ovens kunnen afwijken van die van uw vorige
fornuis.
Het in Werking Stellen van de Ovens
Multifunctionele Oven
De multifunctionele oven heeft twee bedieningen: een
kookstandknop en een temperatuurknop (Afb.2-12).
Draai de functieselectieknop richting bakfunctie. Draai de
temperatuurknop naar de gewenste temperatuur (Afb.2-13).
Het ovenlampje gaat branden en dooft pas als de oven de
ingestelde temperatuur bereikt heeft. Vervolgens gaat het
lampje tijdens het bakken aan en uit als de oventhermostaat
de ingestelde temperatuur in stand houdt.
Heteluchtoven
Draai de temperatuurknop naar de gewenste temperatuur
(Afb.2-14).
Het ovenlampje gaat branden en dooft pas als de oven de
ingestelde temperatuur bereikt heeft (Afb.2-15). Vervolgens
gaat het lampje tijdens het bakken aan en uit als de
oventhermostaat de ingestelde temperatuur in stand houdt.