Installatie
Waar s chuw in g!
De transformatormodule is zwaar en kan
loskomen als de regelmodule ondersteboven
wordt gehouden zonder dat de kap erop zit.
LET O P!
De bedrading tussen de transformator en de
besturingsprint moet vóór het verwijderen
worden losgemaakt.
LET O P!
Sluit slechts één thermische aandrijving aan
voor elk kanaal. Kanalen 01 en 02 hebben
dubbele uitgangen (a en b) voor twee
thermische aandrijvingen.
L e t o p !
Zorg ervoor dat elke thermische aandrijving
is aangesloten op het juiste kanaal, zodat
de ruimtethermostaten de juiste groepen
aansturen.
LET O P!
Registratie van ten minste één
ruimtethermostaat moet gebeuren voordat
een systeemapparaat geregistreerd wordt.
LET O P!
Er kunnen tot maximaal vier regelmodules
worden aangesloten op één bedieningsmodule.
L e t o p !
Als er meer dan één regelmodule in het
systeem aanwezig is, registreer de ruimte-
thermostaat dan in de master-regelmodule als
een systeemapparaat.
L e t o p !
De DIP switch in de openbare ruimte-
thermostaat moeten ingesteld worden
voordat deze wordt geregistreerd.
L e t o p !
De DIP switch in de openbare ruimte-
thermostaat dient voor registratie te worden
ingesteld op functie. Anders kan de ruimte-
thermostaat niet juist geregistreerd worden.
A. Bevestig de complete module, of delen ervan, aan
de muur met een DIN-rail of met muurschroeven en
pluggen.
Als de regelmodule in een metalen kast wordt geïn-
stalleerd, plaatst u de antenne buiten de kast.
B. Bevestig de antenne aan de regelmodule met de
bijgeleverde antennekabel.
U P O N O R S M AT R I X WAV E P L U S · S N E L G I D S
S N E LG I D S
C. Sluit de thermische aandrijvingen aan.
D. Plaats de batterijen in de ruimtethermostaten.
E. Sluit optionele externe voelers aan (alleen toepas-
bare ruimtethermostaten).
F. Stel de DIP-schakelaars op de openbare ruimte-
thermostaat T-163 in.
Functie*
Standaard ruimtethermostaat
Standaard ruimtethermostaat
met een voeler voor de
vloertemperatuur
Standaard ruimtethermostaat,
of systeemapparaat, met een
buitentemperatuurvoeler
Systeemapparaat met een
aanvoertemperatuurvoeler
voor verwarmen/koelen-
omschakelfunctie
Systeemapparaat waarbij
de voeleringang gebruikt
wordt voor de Comfort/ECO-
omschakelfunctie
Externe voeler
Systeemapparaat waarbij de
voeleringang gebruikt wordt
voor de verwarmen/koelen-
omschakelfunctie
* De ruimtethermostaat kan alleen als een systeemapparaat in
een Wave PLUS systeem met meerdere regelmodules geregis-
treerd worden als het geregistreerd is bij de master-regelmodule.
G. Controleer of alle bedrading compleet en juist is:
•
Thermische aandrijvingen
•
Omschakelsignaal verwarmen/koelen
•
Circulatiepomp
H. Zorg ervoor dat het 230 V AC compartiment van
de regelmodule gesloten is en dat de bevestigings-
schroef is vastgedraaid.
I.
Steek het aansluitsnoer in een 230 V AC stopcontact
of, wanneer de lokale voorschriften dat eisen, in een
aansluitdoos.
J. Stel de tijd en datum op de ruimtethermostaten in
(uitsluitend digitale ruimtethermostaat T-168).
K. Selecteer de functiemodus van de ruimtethermo-
staat (instellingenmenu 04, uitsluitend bij digitale
ruimtethermo staten). Standaard: RT (standaard
ruimtethermostaat)
L. Zet de bedieningsmodule aan en bevestig deze aan
de lader.
M. Volg de installatie-instructies op het scherm van de
bedieningsmodule tot aan de registratie.
N. Registreer de ruimtethermostaten, de
bedieningsmodule en andere systeemapparaten, in
onderstaande volgorde (volgende pagina).
DIP switch
1
2
3
4
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan
Aan
7
UK
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
PT
RO
RU
SE
SK