Gebruikershandleiding Compacte Digitale Hobby Multimeter UT33B/C/D
D.
Weerstandsmeting (figuur 4)
Waarschuwing
Om schade te voorkomen aan de meter of het te testen onderdeel, schakel de voeding van het onderdeel uit en ontlaad
alle hoogspanningcondensatoren voordat de weerstand meting gestart wordt.
Modellen UT33B/C hebben 5 Ohm bereiken : 200Ω, 2000Ω, 20kΩ, 200kΩ en 200MΩ
Model UT33D heeft 6 Ohm bereiken : 200Ω, 2000Ω, 20kΩ, 200kΩ, 20MΩ en 200MΩ
Volg voor het meten van weerstand de volgende aanwijzingen:
1. Steek de rode meetsnoer in de VΩmA meetbus en de zwarte meetsnoer in de COM meetbus.
2. Zet de draaischakelaar in de juiste positie in het Ω bereik.
3. Verbind de meetsnoeren met het te meten object.
De gemeten waarde wordt getoond op het display.
Notitie
•
De meetsnoeren kunnen circa 0,1Ω tot 0,2Ω toevoegen aan de meetwaarde in de lage Ohm bereiken. Voor het
verkrijgen van een nauwkeurigere meetwaarde, sluit voorafgaand aan een meting de meetsnoeren kort. In het
display wordt de weerstand van de meetsnoeren getoond (waarde X). Vervolg de meting door de weerstand van
het te testen onderdeel te meten (waarde Y). Gebruik daarna de vergelijking R(onderdeel) = (Waarde Y) –
(Waarde X) voor het verkrijgen van een nauwkeurigere meetwaarde.
•
Voor hoge weerstand waarden (> 1 MΩ), is het normaal dat het verkrijgen van een stabiele uitlezing enkele
seconden duurt; gebruik korte meetsnoeren voor een stabiele en nauwkeurige uitlezing.
•
Wanneer weerstand meting is voltooid, verbreek dan de verbinding tussen de meetsnoeren en het te testen
onderdeel.
E.
Diodetest en doorbeltest (figuur 5)
Waarschuwing
Om schade te voorkomen aan de meter of het te testen onderdeel, schakel de voeding van het onderdeel uit en ontlaad
alle hoogspanningscondensatoren voordat de diodetest gestart wordt.
Wees extra alert bij het meten aan onderdelen met een hogere spanning dan 60VDC of 30VAC in verband gevaar op een
elektrische schok.
Diodetest
Gebruik de diodetest voor het testen van diodes, transistoren en andere halfgeleiders. De diodetest stuurt een stroom
door de halfgeleider waarna de spanningsval gemeten wordt. Een goede silicium halfgeleider heeft een spanningsval
tussen 0,5V en 0,8V.
© Havé-Digitap BV
Figuur 4
Figuur 5
Versie 1.1
6