Zo
wast
u goed
Zo
wast
u goed
Programmaverloop
De
wasautomaat beschikt over een vol-
ledig elektronische besturing met bela-
dingsautomaat.
Tildens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveelwater
het
gaat hangt
af
van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe
groter het absorptievermogen van
het
wasgoed is, des te meer water
er
moet
worden bijgepompt. De elektroni-
ca van de wasautomaat kan de hoe-
veelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge-
pompt.
Het
programmaverloop en de wastijd
zijn
bi1
de diverse programma's dus
verschillend.
Het
programmaverloop van de hier ver-
melde programma's slaat op het
basrs-
programma met maximale belading.
Eventueel
gekozen extra Íuncties
zijn
hrer
buiten beschouwing gelaten.
De
controlelampjes voor het program-
maverloop geven tijdens iedere was-
beurt aan
in
welke
fase het waspro-
gramma zrch op dat moment bevindt.
Witte was/Bonte was
Hoofdwas
Waterstand: laag
Wasritme: normaal
Spoelen
Waterstand: gemiddeld
Spoelgangen: 2 of
31)
Centrifugeren
Centrifugeren
tussen de spoelgangen2): ja
Eindcentrifugeren:
ja
28
Kreukherstellend
Hoofdwas
Waterstand: laag
Wasritme: normaal
Spoelen
Waterstand: hoog
^
/^")
bpoergangen: z
oT
J"
Centrifuqeren
Centrifugeren
tussen de spoelgangen2): ja
Eindcentrif ugeren:
1a
Fiinè was
Hoofdwas
Waterstand: hoog
Wasritme:
behoedzaam
Spoelen
Waterstand: hoog
Spoelgangen:
3
Centrifugeren
CentriÍugeren
tussen de spoelgangen:
nee
Eindcentrifugeren:1a
2iide@
HooÍdwas
Waterstand: gemiddeld
Wasritme:
zilde
Spoelen
Waterstand: gemiddeld
Spoelgangen:
2
Centrifugeren
Centrifugeren
tussen de spoelgangen:
nee
Eindcentrif ugeren:
ja
,,i .,,,,, ,. 1.,.,
,
lMoll'
1,,,
,
HooÍdwas
Waterstand:
gemiddeld
Wasritme: wol
Spoelen
Waterstand: gemiddeld
Spoelgangen:
2
CentriÍugeren
CentriÍugeren
tussen de spoelgangen2): ja
EindcentriÍugeren: ja
Miniwas
Hoofdwas
Waterstand: laag
Wasrttme: normaal
Spoelen
Waterstand:
gemiddeld
Spoelgangen:
2
Centrifuqeren
Centrifugeren
tussen
de spoelgangen2): ja
EindcentriIugeren: ja
,,
,..':.,
"'
"'
l'Autematic
HooÍdwas
Waterstand: laag
Wasritme: normaal
Spoelen
Waterstand: hoog
Spoelgangen
2
Centrituqeren
CentrtÍugeren
tussen
de spoelgangen2):
ia
Erndcentrifugeren: ja
...;.stiiVênl
Waterstand: laag
Wasritme: normaal
EindcentriÍugeren:
Ja
Extra sPoelen
Waterstand: hoog
Spoelgangen:
2
EindcentriÍugeren: ja
Nadere biizonderheden over het pro-
grammaverlooP:
Kreukbeveiliging:
De
trommel beweegt nog 30 minuten
na
aÍloop van het Programma
om
kreukvorming te voorkomen Een
utt-
zondering vormt het programma
Wol.
De
wasautomaat kan te allen tijde wor-
den geopend.
1)
Een
derde spoelganq wordt uitqe-
voerd wanneer:
-
er
teveel schuim in de trommel
ztt;
-
er
een lager centrifugetoerental
ls
gekozen dan 700 omw/mtn;
-
Zonder centrifugeren is gekozen.
2)
Centrifuqeren tussen de spoelganqen
Het
wasgoed wordt tussen de
sPoel-
gangen gecentriÍugeerd.
3)
Een
derde spoelganq wordt uitge-
voerd wanneer:
-
Zonder centrifugeren is gekozen'
Tussen
de spoelgangen wordt niet ge-
centrifugeerd wanneer Zonder centrifu-
geren ls
geKozen.
29