Energiezuil
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Ga als volgt te werk:
1. Boor een gat op de geplande montageplaats en
plaats de meegeleverde plug.
2. Voer de toevoerkabels (stroomkabels en bijvoor-
beeld telefoon- en luidsprekersnoeren) door de
zuilvoet heen.
Aansluiten
Let op!
Inbouw en montage van elektrische apparaten mo-
gen alleen door een erkend elektrotechnisch installa-
teur worden uitgevoerd.
Het lichtelement en de wandcontactdozen met ran-
daarde/penaarde van de energiezuilen zijn reeds tot
en met de aansluitklemmen voorbedraad.
Ga als volgt te werk om de energiezuil van stroom te
voorzien:
1. Verwijder de aansluitdoos uit de onderste opening
van de energiezuil en open deze.
2. De aansluiting van de aansluitklemmen verschilt
per energiezuilvariant.
Verlichting plaatsen/vervangen
Als lichtbron voor de energiezuil wordt een Compact
fluorescentielamp met E27-fitting gebruikt. Meer in-
formatie over geschikte verlichting kunt u vinden in
het hoofdstuk "Technische gegevens".
Voer de volgende stappen uit voor het plaatsen of
vervangen van de verlichting:
1. Draai de schroeven uit het deksel en neem het
deksel van de zuil.
2. Schuif de lichtplaat uit de zuil naar boven.
3. Plaats de lamp in de fitting.
4. Schuif de lichtplaat weer vanaf de bovenkant in de
zuil met de juiste zijde naar voren. Let hiervoor op
de aanduiding "TOP FRONT" bovenop de plaat.
5. Plaats het zuildeksel terug en schroef deze vast.
Energiezuil
L N
3. Monteer de zuilvoet met de meegeleverde zes-
kantschroef op de bodem.
4. Sluit de energiezuil aan.
5. Sluit vervolgens de aardleiding van de energiezuil
aan op de aardingsklem van de zuilvoet.
6. Plaats de energiezuil op de zuilvoet en bevestig het
geheel met behulp van de drie inbusschroeven.
Sluit bij de energiezuilen met apparaatunit de
stroomvoorziening voor de contactdozen aan op
de klemmen L/N/ .
Bij de energiezuilen met lichtelement wordt de ver-
lichting via de klemmen /N/
3. De vrije, niet met letters gemarkeerde klem kan
voor de bedrading van de lege unit worden ge-
bruikt.
4. Sluit de aansluitdoos en schuif deze weer terug in
de energiezuil.
5. Sluit vervolgens de aardleiding van de energiezuil
aan op de aardingsklem van de zuilvoet.
i
Lampdiameter
In de energiezuil kunnen Compact fluorescentielam-
pen met een sokkeldiameter van max. 52 mm wor-
den geplaatst.
Bij gebruik van het lamellenelement is de sokkeldia-
meter beperkt tot max. 48 mm!
2/06
aangesloten.
Blz: 4 van 8