Inhoud Belangrijke informatie iii Typografische conventies iii Belangrijke opmerking iii Gebruikersinterfaces en lezers 1 Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart 4 Dwang 5 Deur toegang 6 Het systeem in- en uitschakelen 7 Wanneer inschakelen 7 Wanneer gedeeltelijk inschakelen 7 Wanneer uitschakelen 7 De tijdslimiet voor het verlaten van het pand na inschakeling 7 De tijdslimiet voor uitschakeling 8...
Pagina 4
Ingang opties 21 Ingang overbruggen/overbrugging opheffen 22 Shunt ingangen 24 Paneelstatus 25 PIN-code 26 SMS- en spraakrapportering 27 Service 28 Algemene toetsreeksen 29 Algemene toetsreeksen voor LCD-gebruikersinterface 29 Algemene toetsreeksen voor GI zonder LCD 30 Functietoetsen 31 Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...
Belangrijke informatie In dit document vindt u een productoverzicht en gedetailleerde instructies voor gebruik van uw Advisor Advanced-systeem. Om dit document efficiënt te kunnen gebruiken, dient u te beschikken over een basiskennis van alarmsystemen en - onderdelen. Lees deze instructies en alle bijbehorende documentatie volledig door voordat u dit product in gebruik neemt.
Pagina 6
Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...
Gebruikersinterfaces en lezers Figuur 1: ATS111xA- Figuur 2: ATS1135-gebruikersinterface gebruikersinterface (3) (6) (4) (10) (12) (25) (22) (13) (14) (21) (24) (11) .,’?! (10) (11) (23) (16) (17)(15) (19) (18) (12) (13) (14) (15) (16) Menu E nter (17) (18) (19)
Pagina 8
/ Omlaag (15) Omlaag bladeren door menu's Waarde wijzigen Terug (16) Alfanumerieke toetsen Toetsen 1 t/m 9, alfanumerieke gegevens Aanvraag om menu’s te openen (17) Menu, * (18) Enter, # Stap uitvoeren Voer de geselecteerde menuoptie in (19) Toets 0 Schakeloptie (20) Gebieden-LED's 1 t/m...
Pagina 9
Blauwe LED Toegang verleend Rode LED Aan: gebied ingeschakeld Knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) 2 kleuren LED Groen aan: Netspanning aanwezig Groen knipperend: Wisselstroomvoeding uit, of ontgrendeld terwijl uitgeschakeld Rood aan: alle gebieden ingeschakeld Rood knipperend: ontgrendeld terwijl ingeschakeld Gele LED Aan: Alle zones in veilige status Knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) Rode LED...
Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart U hebt een PIN-code en/of een kaart nodig om het Advisor Advanced-systeem te kunnen gebruiken. Een PIN-code is een uniek nummer van 4 tot 10 cijfers. De installateur van het beveiligingssysteem heeft uw gebruikersaccount aangemaakt met een PIN-code en/of kaart.
Dwang De dwangfunctie activeert een stil alarm voor het waarschuwen van bewakingspersoneel/meldkamer. Wanneer u bijvoorbeeld onder bedreiging wordt gedwongen het beveiligingssysteem uit te schakelen, maakt deze functie dat mogelijk, maar wordt tegelijkertijd de dwangfunctie van het systeem ingeschakeld. Hiervoor moet echter uw Advisor Advanced-systeem als zodanig zijn geprogrammeerd.
Deur toegang Indien geprogrammeerd, is het mogelijk om toegang te krijgen tot een bepaalde deur met behulp van de GI of de lezer die aan deze deur is toegewezen. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen” op pagina 29. Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...
Het systeem in- en uitschakelen Wanneer inschakelen Het beveiligingssysteem moet worden ingeschakeld als u de laatste persoon bent die het pand (of uw gebied) verlaat, bijvoorbeeld aan het einde van de dag. Indien na inschakeling de alarmdetectie indringers detecteert, wordt een alarm geactiveerd.
wordt geactiveerd. De hoofdgebruiker van het systeem dient iedereen op de hoogte te stellen van deze tijdslimiet. Normaal hoort u een zoemer gedurende de tijd die is toegewezen om het gebouw te verlaten. Zorg ervoor dat u precies weet welke route u moet nemen om het pand te verlaten.
Pagina 15
• Mogelijk beschikt uw alarmsysteem over meer dan één centrale. In dat geval is elke module geprogrammeerd om alleen bepaalde gebieden van het pand in of uit te schakelen. Zorg ervoor dat u de juiste GI gebruikt voor de gebieden die u wilt in-/uitschakelen. Verstoorde ingangen U kunt een gebied niet inschakelen als dit een ingang bevat die verstoord is, zoals magneet contacten van een deur of een raam.
Pagina 16
Druk op Aan als u de inschakeling wilt forceren. Alle verstoorde ingangen en storingen worden overbrugd en de desbetreffende waarschuwing wordt weergegeven. Zie “Overbrugde ingangen en storingen” hieronder. Actieve storingen CHECK SYSTEEM Storingen U kunt een gebied niet inschakelen indien er systeemstoringen zijn opgetreden. Het overzicht van storingen waarbij het niet is toestaan het systeem in te schakelen wordt bepaald door de installateur.
Gebieden inschakelen met de LCD-gebruikersinterface Ga als volgt te werk om gebieden in te schakelen met de LCD- gebruikersinterface: 1. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen” op pagina 29. 2. Kies een gebied indien u daarom wordt gevraagd. Zie “Weergegeven gebieden tijdens in-/uitschakelen”...
De uitloopzoemer schakelt zich uit. Wanneer een gebied gedeeltelijk is ingeschakeld, gaat de LED rood branden. Indien dat zo is geprogrammeerd, wordt na een tijdje de ingeschakelde display ingeschakeld en doven de LED’s. Gebieden uitschakelen met de LCD-gebruikersinterface Ga als volgt te werk om gebieden uit te schakelen met de LCD- gebruikersinterface: 1.
Gebieden uitschakelen met een GI zonder LCD Ga als volgt te werk om gebieden uit te schakelen met een GI zonder LCD: 1. Ga het pand/gebied binnen via de toegewezen inloop-/uitlooproute. U hoort een onderbroken inloopzoemer. 2. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen”...
Pagina 20
weergegeven. Afhankelijk van het GI-model en de instellingen worden gebieden weergegeven als een lijst of een symbolische lijn. Bijvoorbeeld: 0> Alle 1 * Kantoor 1 — of — 1 2 3 4 5 6 7 8 █ [ ] √ x ? + + Elk gebied in het overzicht beschikt over een indicator waarmee de status wordt beschreven.
Pagina 21
Gebieden groep lijst Als u geautoriseerd bent om gebieden groepen in of uit te schakelen, dan worden deze in plaats van afzonderlijke gebieden weergegeven. U schakelt op dezelfde manier gebieden groepen in of uit als hierboven voor gebieden beschreven wordt. Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...
Wat te doen in een alarmsituatie In een alarmsituatie gaat de LED van het gebied waarvoor het alarm is geactiveerd en de alarm-LED op de GI knipperen. Indien de screensaver is geactiveerd, knipperen de LED's nadat een gebruikerscode is ingevoerd. Het tijd- en datumbericht wordt niet meer weergegeven.
U kunt een systeemalarm alleen herstellen als uw PIN-code hiertoe is gemachtigd en alleen nadat de storing is opgelost. Wanneer dit is geprogrammeerd, wordt door het systeem deze alarmen automatisch doorgestuurd naar de particuliere alarmcentrale. Met wie contact opnemen bij een alarm Neem contact op met de hoofdgebruiker van uw beveiligingssysteem wanneer een alarm optreedt.
Looptest uitvoeren Indien het systeem is geprogrammeerd voor looptesten door de gebruiker, kunt u soms tijdens het inschakelen van het gebied worden gevraagd om een looptest uit te voeren. Als u de looptest met succes wilt voltooien, moet u langs alle vereiste ingangen gaan en deze activeren.
Het menu Advisor Advanced Het Advisor Advanced-systeem gebruikt een menustructuur om een overzicht te geven van de verschillende opties en opdrachten. De beschikbaarheid hiervan is afhankelijk van de systeemconfiguratie en de machtigingen in uw gebruikersgroep. Het is daarom onwaarschijnlijk dat u alle menu-opties zult zien wanneer u het menu opent, maar alleen de opties die voor u zijn geprogrammeerd wanneer uw PIN-code wordt gebruikt.
Menutoegang Controleer voordat u verdergaat of the welkomst- of statusbericht wordt weergegeven op het display. UTC F&S DI 29 Apr 08:55 — of — 1 2 3 4 5 6 7 8 █ [ ] √ x ? + + Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen”...
Ingang opties 1 Ingang opties 1>Ing overbrug 2 Cameramenu Met het menu kunnen ingangen overbrugd worden en gebruikersbewerkingen op camera's worden uitgevoerd. Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...
Ingang overbruggen/overbrugging opheffen 1.1 Ing overbrug Met de overbruggingsfunctie kunt u ingangen overbruggen en uitsluiten van het beveiligingssysteem totdat het systeem opnieuw wordt uitgeschakeld. In sommige situaties kan het van pas komen om een ingang te overbruggen. Bijvoorbeeld, als u een raam open wilt laten wanneer het systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
Pagina 29
3. Als u geen rechten heeft om de geselecteerde ingang te overbruggen, wordt de volgende waarschuwing weergegeven: WAARSCHUWING Geen toegang 4. Druk op Wissen om de programmering te verlaten. Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...
Shunt ingangen 1.2 Shunt ingangen De shunt-functie wordt gebruikt om ingangen voor een bepaalde tijd te overbruggen. Open het menu “Shunt ingangen” om de ingang-shunts in of uit te schakelen. 1>Ingang 1 Shunt uit 1. Blader met de knoppen Omhoog of Omlaag door de ingangen. 2.
Paneelstatus 4 Paneel status Deze functie toont alle ingangen in alarm, sabotage-alarm, overbrugd of verstoord, en eventuele systeemalarmen. Er zijn menu-opties beschikbaar waarmee u deze condities apart kunt weergeven. De optie kan echter worden gebruikt om alle ingangen te controleren die aandacht behoeven.
PIN-code 5 PIN 1>PIN wijzigen ********** Indien u daartoe machtigingen heeft, kunt u uw eigen PIN-code wijzigen met het menu PIN wijzigen. De PIN-methode van het Advisor Advanced-systeem kan op een van de volgende manieren worden geconfigureerd: PIN-codes worden door het systeem gegenereerd. De gebruiker kan alleen een nieuwe PIN-code aanvragen, PIN-codes kunnen niet handmatig worden ingevoerd.
SMS- en spraakrapportering 6 SMS en spraak 1>Gebr. Telefoon Geen Het menu SMS en Spraak bevat configuratiemenu’s voor SMS en spraakrapportering. In dit menu kunnen alleen eigen instellingen gewijzigd worden. 6.1 Gebr. Telefoon 1 Gebr. Telefoon > < In het menu Gebr. Telefoon kan het eigen telefoonnummer worden geprogrammeerd.
Service 8 Service Met het menu Service kunt u een aantal onderhoudstaken uitvoeren, die hieronder worden beschreven. 8.2 Looptest Looptest Bezig Met een looptest kan de gebruiker alle detectoren in de geselecteerde gebieden testen. U voert als volgt de looptest uit: 1.
Algemene toetsreeksen Zie “Het systeem in- en uitschakelen” op pagina 7. De autorisatiemethode is afhankelijk van uw systeeminstellingen. Uw installateur kan u vertellen welke methode moet worden gebruikt voor autorisatie. Algemene toetsreeksen voor LCD-gebruikersinterface Tabel 6: Algemene toetsreeksen voor LCD-gebruikersinterface Actie Geprogrammeerde methode Toetsreeks...
Actie Geprogrammeerde methode Toetsreeks Uitschakelen met kaart en PIN-code Uit, kaart, PIN, Aan Kaart, PIN, Uit Gedeeltelijk Gedeeltelijk in. met kaart Kaart inschakelen 3 x kaart Deurtoegang Deurtoegang met PIN-code PIN, Uit Deurtoegang met kaart Kaart ...
Pagina 38
Advisor Advanced ATSx000A Gebruikershandleiding...