Bij het ontwerp van uw metaaldetector is rekening gehouden met de volgende zaken:
1. Bodemmineralen
Iedere grond bevat mineralen. De signalen die worden veroorzaakt door deze
mineralen kunnen storingen veroorzaken in de signalen die u verkrijgt bij een metalen
voorwerp. De hoeveelheid bodemmineralen verschilt per grond. Daarom is het
belangrijk, om uw metaaldetector goed af te stellen op de grondconditie waarop u
zoekt. De detector beschikt over een semi-automatische Grondbalans functie, welke
de valse signalen veroorzaakt door de bodemmineralen elimineert. Wanneer u de
voorwerp identificatie en de diepte bepaling zo nauwkeurig mogelijk wilt laten
verlopen, gebruikt u de GROUND GRAB functie om de detector goed op de grond af
te stellen. Kijk bij GROUND GRAB voor meer info.
2. Trash
Wanneer u zoekt naar munten, welke vaak hogere tonen veroorzaken, wilt u zaken
als aluminiumfolie, spijkers en treklipjes negeren. Deze voorwerpen zorgen voor
lagere tonen. U kunt zo bij ieder gedetecteerd voorwerp bepalen of u het wilt
opgraven of niet. U kunt ook ongewenste metalen elimineren door het gebruik van de
Discriminatie functie.
3. Identificeren van begraven voorwerpen
Wanneer u in de Discriminatiestand zoekt, zullen verschillende voorwerpen
verschillende tonen geven (hoog, middel, laag), bovendien zal er op het display een
classificatie verschijnen in verschillende categorieën van links naar rechts. Er wordt
ook een 2-cijferig nummeraflezing gegeven in het midden van het display, voor een
nog nauwkeurigere voorwerpidentificatie. De discriminatiestand vereist beweging van
de zoekschijf over het voorwerp om een signaal te verkrijgen.
4. De grootte en diepte van het begraven voorwerp
Wanneer u de detector in de Discriminatie stand gebruikt, wordt de diepte van een
voorwerp onderin het display aangegeven d.m.v. drie segmenten: oppervlakkig,
middeldiep en diep. Een meer nauwkeurige dieptebepaling is mogelijk in de non-
motion (geen beweging vereist) PINPOINT stand. Deze stand geeft de diepte van
een voorwerp in inches weer. Doordat u in deze stand de zoekschijf stil kunt houden
boven het voorwerp, kunt u een uitlijning maken van het voorwerp bovendien ook de
exacte locatie bepalen.
5. Elektromagnetische interferentie
De zoekschijf produceert een magnetisch veld en detecteert vervolgens of er
veranderingen plaatsvinden in dat magnetisch veld, die worden veroorzaakt door de
aanwezigheid van metalen voorwerpen. Dit magnetisch veld waarover we spreken, is
ook vatbaar voor elektromagnetische energie die wordt geproduceerd door andere
elektronische apparatuur, zoals: Elektriciteitslijnen, magnetrons, verlichting, tv's,
computers, motoren, etc. EMI (elektromagnetische interferentie) kan ervoor zorgen
dat uw metaaldetector gaat piepen terwijl er geen metaal aanwezig is, of soms
onregelmatig gaat piepen.
De SENSITIVITY knop (gevoeligheid) maakt het mogelijk de sterkte van het
magnetisch veld te reduceren en daarmee dus de gevoeligheid voor EMI. Natuurlijk
wilt u op met volle kracht werken, om niks te missen, maar de aanwezigheid van EMI
zal dit onmogelijk maken, dus wanneer u valse signalen of onregelmatige signalen
waarneemt moet u de SENSITIVITY verlagen.
© Kooistra- Detectors 2009
7