ZAS3
6 Inbedrijfstelling
6.1
Bedrijfsvoorwaarden
"
De aandrijving kan slechts in een gebouw of in een gesloten liftschacht gemonteerd worden.
"
Neem de beschermingsklasse in acht in overeenstemming met de gegevens van het typeplaatje!
"
Gebruik de motor niet in een omgeving waar explosiegevaar bestaat.
"
Omgevingstemperatuur mag tussen 0 °C en +40 °C liggen.
"
Luchtvochtigheid max. 95 %, niet-condenserend.
"
Bij opstellingshoogtes van meer dan 1000 m boven Nn gereduceerde koeling. Daarom moet het
draaimoment 1 % per 100 m of de inschakelduur 1,5 % per 100 m worden gereduceerd.
"
Neem altijd contact op met ZIEHL-ABEGG SE wanneer niet wordt voldaan aan alle voorwaarden
voor ingebruikname die bij de bestelling zijn opgegeven.
6.2
Eerste inbedrijfstelling
Vóór eerste ingebruikneming controleren, dat:
"
De inbouw en elektrische installatie vakkundig uitgevoerd is.
"
De veiligheidsinrichtingen gemonteerd worden.
"
Montageresten en vreemde voorwerpen uit de gevarenzone werden verwijderd.
"
De veiligheidsaarde aangesloten zijn.
"
De motorbeveiliging vakkundig zijn aangesloten en gebruiksklaar zijn.
"
De kabeldoorvoeringen dicht zijn.
"
Olieaftapopening correct is gesloten.
"
De installatie, inbouwpositie en aansluiting van externe onderdelen moeten naar behoren zijn
voltooid.
"
bij schuine kabeluitgang of aan de zijkant de transmissiehuis met aanslaan en instelschroeven
tegen verschuiven is beveiligd.
"
De aansluitgegevens overeenstemmen met de gegevens op het typeplaatje.
Voorwaarschuwing!
"
Bij apart geleverde tractieschijf en/of kabelrol moeten deze correct worden gemonteerd (zie
hoofdstuk "Onderhoud en instandhouding - Vervangen van de tractieschijf").
"
Wanneer om gewichts-, transport- of plaatsredenen de machine werd gedemonteerd, moeten de
gedemonteerde delen weer in de oorspronkelijke toestand worden samengesteld en de
bevestigingsdelen met het overeenkomstige aanhaalmoment worden beveiligd (zie hoofdstuk
"Onderhoud en instandhouding - Aanhaalmomenten en sterktewaarden").
6.3
Werking
Tijdens de werking moet de aandrijving worden gecontroleerd op
"
verhoogde bedrijfstemperatuur
"
veranderde geluiden
"
eventuele olielekkage
Voorzichtig!
"
Wanneer u tijdens de werking onregelmatigheden vaststelt, moet de aandrijving onmiddellijk
VOORZICHTIG!
worden uitgeschakeld (zie hoofdstuk "Storingen, oorzaken en oplossingen").
In de storingstabel vindt u de mogelijke storingen, de oorzaken ervan en oplossingsvoorstellen.
Wannee4r de oorzaak niet kan worden vastgesteld, resp. indien er geen mogelijkheid tot reparatie
bestaat met eigen middelen, pleeg dan overleg met de klantenservice.
Voorzichtig!
"
Wanneer voor het begin van een beweging de veiligheidsrem (indien aanwezig) geopend is, mag er
VOORZICHTIG!
geen verdere beweging worden ingeleid. Van de microschakelaar van de veiligheidsrem moet een
overeenkomstig signaal aan de liftbesturing worden gegeven.
A-TBA13_04-NL
Art.-nr. 01009067-NL
20/64
Inbedrijfstelling