Inhoudsopgave
Advertenties
Aantal
Afvoer
Optifor
diameter
in mm
Toestellen
130
1
200
2
250
3
300
4
5
350
6
400
450
7
500
8
500
9
550
10
600
11
600
12
13
650
14
650
700
15
700
16
750
17
750
18
800
19
800
20
Tabel 8.1
8.3 Montagemogelijkheden
Het toestel is ontworpen als een hangend toestel en kan
tegen praktisch elke wand worden bevestigd. Deze dient
vlak en stevig genoeg te zijn voor het gewicht van het
toestel te dragen.
Montagepaneel (2410000)
Op dit montagepaneel worden de MFT-M en de Econpact
gecombineerd. De installatie volgorde van MFT-M of Econpact
is niet van belang.Tevens kan men de CV-zijdige installatie
prefabriceren door toepassing van een repeteerframe voor
de Econpact. Zie hiervoor de handleiding van de Econpact.
8.4 Benodigde vrije ruimte rond het toestel
Houd in verband met het installeren en mogelijke service-
werkzaamheden rekening met een minimale vrije ruimte
zoals hieronder vermeld.
Advies:
Zijkant
15cm
Onderkant
50cm
Bovenkant
50cm
Voorkant
>50cm
Let op! Bij afwijking van de geadviseerde vrije
ruimte wordt de bereikbaarheid van het toestel
voor service-doeleinden beperkt.
10
Toevoer
diameter
in mm
150
200
250
300
355
400
450
500
500
560
630
630
710
710
710
710
800
800
800
800
Minimaal:
4cm
30cm
50cm
50cm
(1,5cm bij gesloten deur)
8.5 Ventilatielucht toevoer en afvoer
Voor alle opstellingssituaties geldt het volgende:
• Weerstand
De toestel capaciteit is beperkt tot 250 m
De weerstand is het product van de woningzijdige en
de buitenzijdige kanaalweerstanden. Bij meer dan 150
Pa zal er minder dan 250 m
worden.
• Condens of regenwater in de ventilatielucht
afvoer.
Omdat er in de ventilatielucht vocht (als gevolg van
condensatie of inregenen van de afvoerkap) aanwezig
kan zijn moet de ventilatielucht afvoerleiding altijd
afwaterend naar de OPTIFOR OT toe geïnstalleerd
worden. Gebruik hiervoor altijd een minimaal leiding-
afschot van 50mm/m. De OPTIFOR OT voert dit water
af naar de woningriolering.
• Condens op ventilatielucht toevoer en
afvoerleidingen
De wandtemperatuur van de buitenzijdige ventilatielucht
(A en B in fig.8.1) leidingen kan onder de dauwpunts-
temperatuur dalen. Hierdoor kan er condensatie aan de
buitenzijde van de leidingen optreden. Isoleer de ventilatie-
lucht toevoer en de ventilatielucht afvoer daarom met
een dampdicht isolatiemateriaal.
• Regelgeving ventilatielucht (rookgas) afvoer
systeem
Houd rekening met de plaatselijke eisen van bijv.
brandweer, hinderwet en gasbedrijf.
• Mogelijke ijspegelvorming
Indien er ijspegelvorming kan optreden bij de afvoeren,
de uitmonding niet situeren op plaatsen waaronder zich
personen kunnen begeven of waarbij schade kan
ontstaan door loslatende ijspegels.
• Extra condensafscheider in het rookgasafvoer-
systeem
Bij toepassing van een kunststof of RVS-rookgas-
afvoersysteem dient een extra condensafscheider direct
op het toestel te worden geplaatst. Het wordt gead-
viseerd om het zelfde materiaal als het rookgasafvoer-
systeem te gebruiken.
• Geluidsproductie bij een werkend toestel.
Het toestel produceert een bepaald minimum geluids-
niveau. Houd met de keuze van de opstelling rekening
met een geringe geluidsproductie. Het is bijv. af te
raden om het toestel in een vrije opstelling op een
slaapkamer te plaatsen.
• Witte condenspluim op de rookgasafvoerpijp
De ECONPACT is een onderdeel van de OPTIFOR OT.
Omdat de ECONPACT een HR-toestel is, zal er zoveel
energie uit de verbrandingsgassen worden gehaald dat
deze condenseren. Hierdoor kan er op de rookgasafvoer-
pijp een condenspluim ontstaan. Houd hier rekening mee.
3
/h bij 150Pa.
3
/h geventileerd kunnen
Advertenties
Inhoudsopgave
