Nokia 3.1 Gebruikershandleiding
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast
te stellen of het voldoende is beschermd tegen externe radiofrequentie-energie.
Geïmplanteerde medische apparaten
Om mogelijke storing te voorkomen, raden fabrikanten van geïmplanteerde
medische apparatuur aan om altijd een afstand van minimaal 15,3 centimeter aan te
houden tussen het draadloze apparaat en de medische apparatuur. Personen met
dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het
medische apparaat.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam
dan de kant waar het medische apparaat zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden is om te vermoeden dat er
een storing plaatsvindt.
Volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een
geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoor
Waarschuwing: Wanneer u de headset gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van
buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de headset niet wanneer dit uw
veiligheid in gevaar kan brengen.
Sommige draadloze apparaten kunnen storingen in sommige gehoorapparaten
veroorzaken.
© 2018 HMD Global Oy. Alle rechten voorbehouden.
72