5. Koppel de voedingskabels los van de systeemkaart.
6. Druk op de ontgrendelingsklemmen op de voedingsconnectoren voordat u de voedingskabels loskoppelt van de systeemkaart.
7. Koppel de voedingskabels van de grafische kaart los van de voedingseenheid.
8. Druk op de ontgrendelingsklemmen op de voedingsconnectoren van de grafische kaart voordat u de voedingskabels van de grafische
kaart van de voedingseenheid loskoppelt.
9. Schuif de ontgrendeling in de ontgrendelingspositie en til de beugel van de grafische kaart weg van de grafische kaart.
10. Verwijder de twee schroeven (#6-32x1/4") waarmee de beugel van de voedingseenheid aan de voedingseenheid is bevestigd.
11. Schuif en til de voedingseenheidsbeugel uit de voedingseenheid.
12. Verwijder de vier schroeven (#6-32x1/4") waarmee de voedingseenheid aan het chassis is bevestigd.
13. Schuif en til de voeding samen met de kabels uit het chassis.
De voedingseenheid plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
GEVAAR:
De kabels en poorten op de achterzijde van de voeding zijn kleurgecodeerd om de wattage aan te geven.
Zorg ervoor dat u de kabel aansluit op de juiste poort. Als u dit niet doet, kunnen de voeding en/of systeemonderdelen
beschadigd raken.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
36
Onderdelen verwijderen en plaatsen