4
Eerste instellingen
Aan de slag
De papiersoort instellen
Voor de beste afdrukkwaliteit is het zaak dat u de DCP instelt op de
papiersoort die u gebruikt.
1
Menu/Set
Druk op
2
Druk op
GLOSSY of TRANSPARANTEN te
selecteren.
Menu/Set
Druk op
3
Als u GLOSSY hebt geselecteerd, moet u op
GLOSSY:4-KLEUR of GLOSSY:3-KLEUR te selecteren.
Menu/Set
Druk op
De afdrukkwaliteit van zwarte inkt varieert, afhankelijk van het
soort glanzend papier dat u gebruikt. Er wordt zwarte inkt
gebruikt als u GLOSSY:4-KLEUR selecteert. Als het glanzende
papier dat u gebruikt de zwarte inkt afstoot, selecteert u
GLOSSY:3-KLEUR , waarmee zwarte inkt wordt gesimuleerd
door de drie inktkleuren te combineren.
4
Stop/Exit
Druk op
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de
uitvoerlade aan de voorkant van de DCP uitgeworpen. Als u
transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel
onmiddellijk van de uitvoerlade te verwijderen; dit om te
voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of omkrullen.
1
1
,
,
.
om NORMAAL , INKJET ,
.
.
.
STANDAARD INST
1.PAPIERSOORT
drukken om
EERSTE INSTELLINGEN 4 - 1