met uw plaatselijke verdeler, met een elektricien of
met de Kasco-klantenservice op www.kascomarine.
com voor hulp.
Installatievereisten:
•
Vóór installatie en gebruik, dient u alle instructies
en veiligheidswaarschuwingen gelezen en begre-
pen te hebben.
•
De apparatuur dient geïnstalleerd te worden zoals
vereist door de instructies.
•
Deze apparatuur mag enkel gebruikt worden voor
het doel waarvoor ze is bestemd en er geen bijko-
mende omstandigheden optreden die risico's kun-
nen inhouden bij de installatie er van.
•
Mag enkel geïnstalleerd en bediend worden door
een volwassen persoon. Niet geschikt voor ge-
bruik door kinderen.
•
Mag nooit geïnstalleerd worden in zones waar
zwemmen toegelaten is of waar personen in het
water kunnen komen.
•
Mag nooit gebruikt worden in een zwembad.
•
Deze apparatuur mag niet gebruikt worden voor
verwijdering van wier of sedimenten of voor bag-
gerwerken.
•
Alle lokale en nationale richtlijnen inzake elek-
trische bedrading voor het elektrisch circuit dat
deze apparatuur voedt, dienen opgevolgd te
worden. Het niet naleven hiervan kan leiden tot
lichamelijk letsel.
•
Alle apparatuur moet gevoed worden door middel
van een door een RCD (residual current device)
(aardlekschakelaar) of GFCI (ground fault circuit
interrupter) (verliesstroomautomaat) beveiligd
circuit.
•
Aan montage- of bewakingscomponenten die bij
deze apparatuur werden meegeleverd mogen geen
wijzigingen aangebracht worden. Alle met een
unit meegeleverde beveiligingscomponenten mo-
eten geïnstalleerd worden.
•
Deze apparatuur is bedoeld om te functioneren
zonder tussenkomst van personeel. Mag nooit
tijdens werking gemanipuleerd, verplaatst, onder-
houden of aangepast worden. Dit kan leiden tot
beschadiging of lichamelijk letsel.
•
Iedereen moet op de installatie gewezen worden en
er voor gewaarschuwd worden zodat de apparatuur
niet verkeerd gebruikt wordt.
•
Deze apparatuur mag enkel in water gebruikt
worden. De apparatuur mag enkel zonder water
gebruikt worden om fouten op te sporen en te ver-
helpen en tijdens het initiële opstarten van de ap-
paratuur. De instructies verschaffen gedetailleerde
waarschuwingen en instructies voor dergelijke
werken en mogen enkel door daarvoor opgeleide
personen uitgevoerd worden.
Specificaties van de units
Model
Voltage
2400EA 208-240
3400EA 208-240
4400EA 208-240
8400EA 208-240
3.1EA
208-240
2400EC 208-240
3400EC 208-240
4400EC 208-240
8400EC 208-240
2.3EA
190
2.3EHA
380
3.3EA
190
3.3EHA
380
2.3EC
190
2.3EHC
380
Vereisten voor gebruik:
Het elektrisch circuit moet in staat zijn om voldoende
spanning en stroomsterkte voor de unit te leveren.
Deze classiicaties zijn vermeld in de bovenstaande
tabel (unit specs). Dit circuit moet eveneens een ont-
koppelingsmiddel en kortsluitbeveiliging omvatten.
Installatie van de 'Quick
disconnect'-aansluiting
Bedrijfs-
Initiële
stroom-
aanloopstroom
sterkte
2,2@220V
6@220V
3,4@220V
9@220V
3,7@220V
20@220V
8,0@220V
40@220V
11,9@220V
60@220V
2,2@220V
6@220V
3,4@220V
9@220V
3,7@220V
20@220V
8,0@220V
40@220V
5.2
41
2.6
21
8.2
69
4.1
34
5.2
41
2.6
21
3