7. Druk op de SEL knop zodat de indicatie stopt met knipperen.
Als de waarde van de lichtopbrengst bij de linker- en rechter flitsbuis gelijk is zal de waarde op het LCD
display zichtbaar zijn. Zijn de waarden niet gelijk ingesteld dan worden deze niet getoond op het LCD
display.
Voor het richtgetal kunt u de Tabel 1 op de laatste pagina raadplegen.
U kunt de juiste belichting volgens de volgende formule berekenen:
Richtgetal ÷ Afstand in meters = Werkdiafragma
FV LOCK (Alleen D70, F6)
De "FV LOCK" mode maakt het mogelijk om een bepaald gedeelte van het te fotograferen onderwerp te
kiezen en voor dit deel de juiste belichting te bepalen en te onthouden voordat u de definitieve opname
maakt.
◆ U kunt deze functie niet direct op de flitser instellen. Raadpleeg voor verdere informatie over het
gebruik van FV LOCK de gebruiksaanwijzing van uw camera.
BELICHTINGS CORRECTIE
U kunt de belichtingscorrectie van de EM-140DG NA-iTTL d.m.v het wijzigen van de lichtopbrengst van de
flitser realiseren.
◆ Alleen mogelijk met de Digitale SLR camera's, F6, F5, F4 serie, F100, F90/N90, F90X/N90S, F80 serie,
F70D,
U2/F75/N75,
F801/N8008, F601M, F601/N6006en Pronea 600i.
◆ Bij camera's die beschikken over de EV functie kan de kunt u zowel op
de flitser als op de camera de belichting corrigeren (of op beiden).
Indien u beiden mogelijkheden gebruikt is de totale correctie de som
van beide factoren en zal dit ook invloed hebben op de belichting van
de achtergrond.
◆ Gebruikt u een F601 dan dient u de gewenste correctie op de camera
in te stellen.
◆ De correctie kan in in 1/3 stop worden ingesteld met een bereik van
+1,0 tot -3 stops.
1. Druk op de MODE knop en selecteer TTL/BL (TTL)
2. Druk op de SEL knop zodat het symbool
3. Druk op de + of - knop om de gewenste belichtings correctie in te
stellen.
4. Het display zal stoppen met knipperen als u de SEL knop nogmaals indrukt.
Het is ook mogelijk om niet alleen flitsvermogen van de EM-140DG NA-iTTL te wijzigen maar ook de de
belichting van de achtergrond aan te passen.
◆ Deze functie is niet mogelijk met de F3 serie, FM10, New FM2 en FE10.
Gebruik de belichtingscorrectie mogelijkheid van uw camera en raadpleeg hier voor de gebruiksaanwijzing
van uw camera.
Belichtingscorrectie d.m.v. de handmatige (M) mode.
In de handmatige (M) mode kunt u de diafragmawaarde wijzigen op de camera of de lichtopbrengst van de
flitser aanpassen nadat u de gewenste belichtingscorrectie heeft ingesteld.
SYNCHRONISATIE OP HET 2e SLUITERGORDIJN
Wanneer u een bewegend onderwerp met een langzame flitssynchronisatietijd fotografeert, wordt bijv. de
lichtstreep van een koplamp van een auto vóór de koplamp weergegeven in plaats van er achter.
Normaal wordt de flits ontstoken als het 1e sluitergordijn volledig is geopend zodat het onderwerp wordt
vastgelegd vanaf het moment dat de flitser ontsteekt tot dat de sluiter wordt gesloten (=synchronisatie op
het 1e sluitergordijn). Bij synchronisatie op het 2e sluitergordijn wordt de flitser ontstoken vlak voor dat het
2e sluitergordijn sluit waardoor bovengenoemd euvel niet zal optreden. Het resultaat is een veel
natuurlijkere opname.
U/F65/N65,
Us/F55/N55,
knippert.
F801S/N800S,
8