Inleiding
Bedankt voor de aanschaf van dit hoogwaardig product. Om het risico op ongelukken en letsel zo veel
mogelijk te beperken, verzoeken wij u bij ingebruikname van dit product te allen tijde de basisveilig-
heidsvoorschriften in acht te nemen. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en zorg ervoor dat
u deze begrijpt en toepast.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en op een veilige plaats.
Veiligheidsaanwijzingen
•
De gemotoriseerde pomp dient voor het verpompen van water en neutrale vloeistoffen bij ka-
mertemperatuur. Elk ander gebruik is niet in overeenstemming met het bedoelde gebruik en
kan leiden tot schade.
•
De pomp is ontworpen voor particulier gebruik in huis en tuin en niet geschikt voor commercieel,
handels- of industrieel gebruik.
•
Gebruik de pomp niet om containers te vullen die onder hoge druk zouden kunnen exploderen.
•
Gebruik de pomp alleen binnen het voorgeschreven prestatiebereik. Overbelasting van de
pomp kan leiden tot schade.
•
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied wanneer u met de pomp werkt.
•
Laat nooit kinderen of personen die niet bekend zijn met de werking en veiligheidsvoorschriften
de pomp bedienen.
•
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of geestelijke capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•
Houd uw werkplek opgeruimd en goed verlicht. Een rommelige en slecht verlichte werkplek
verhoogt het risico op ongelukken.
•
Controleer de pomp (vooral de motor) voor elk gebruik op schade. Indien de functionaliteit van
de pomp verminderd of beperkt is, mag deze niet meer worden gebruikt. Laat de schade door
een specialist herstellen voordat u de pomp weer in gebruik neemt.
•
Controleer voordat u begint of alle hulpstukken goed geïnstalleerd en functioneel zijn.
•
Plaats de pomp altijd op een vlakke en stevige ondergrond om te voorkomen dat hij wegglijdt
of omvalt. Zet de pomp indien mogelijk op de grond vast.
•
Let op!
De pomp en de aanzuigleiding moeten voor elke start worden gevuld met water om
oververhitting van de pomp te voorkomen. Door oververhitting kunnen de afdichtingen bescha-
digd raken en kan er water in de motor terechtkomen.
•
Laat de pomp nooit droog, dat wil zeggen zonder aanzuigen van olie, lopen. Schakel de pomp
onmiddellijk uit zodra hij stopt met water pompen. Laat de pomp afkoelen en vul hem bij met
water voordat u hem weer in gebruik neemt.
•
Let op! Verbrandingsgevaar!
het gebruik erg heet worden. Zorg er na het uitschakelen voor dat alle onderdelen zijn afgekoeld
voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert of de pomp opbergt.
•
Zorg voor voldoende ventilatie van de motor en plaats de pomp op minimaal 1 meter afstand
van andere objecten of gebouwen.
•
Plaats de pomp niet in de buurt van ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. De hitte van de
motor of mogelijke vonken kunnen deze ontsteken.
•
Reinig de pomp nooit met ontvlambare stoffen.
•
Tank brandstof voordat u de motor start. Verwijder de tankdop nooit wanneer de motor loopt of
nog heet is.
•
Vul de tank niet te vol. Vul de tank tot maximaal 3 cm onder de vulopening.
•
Zorg ervoor dat de tank goed is afgesloten.
•
Start de motor niet wanneer er benzine is gemorst. Verwijder de pomp van de plaats waar
gemorst is en vermijd elke mogelijke ontstekingsbron. Verwijder de gemorste benzine onmid-
dellijk en wacht totdat de benzinedampen volledig zijn verdwenen voordat u de pomp terug-
plaatst en weer in gebruik neemt.
© by WilTec Wildanger Technik GmbH
http://www.wiltec.de
De motor en de onderdelen ervan (bijv. de uitlaat) kunnen tijdens
Artikel 64770
pagina 3
06 2024-1