Controleer het volgende
Installatieprobleem (PC-modus)
Het scherm wordt constant in- en uitgeschakeld.
Wanneer er een DP-, HDMI- of HDMI-DVI-kabel is
aangesloten tussen het product en de pc, wordt er aan de
vier kanten van het scherm een lege ruimte weergegeven.
Probleem met het scherm
Het aan/uit-lampje brandt niet. Het scherm wordt niet
ingeschakeld.
No Signal
wordt weergegeven op het scherm.
Not Optimum Mode
wordt weergegeven.
De beelden op het scherm worden vervormd weergegeven. Controleer de kabelaansluiting met het product.
Het scherm is niet helder. Het scherm is vaag.
Controleer of de kabel tussen het product en de pc correct is aangesloten.
De lege ruimte op het scherm wordt niet veroorzaakt door het product.
De lege ruimte op het scherm wordt veroorzaakt door de pc of grafische kaart. U kunt dit
probleem oplossen door de schermgrootte aan te passen in de HDMI- of DVI-instellingen voor
de grafische kaart.
Als het instellingenmenu van de grafische kaart geen optie bevat waarmee de schermgrootte
kan worden aangepast, werkt u het stuurprogramma van de grafische kaart bij naar de
nieuwste versie.
(Neem contact op met de fabrikant van de grafische kaart of de computer voor meer informatie
over het aanpassen van de scherminstellingen.)
Zorg ervoor dat de voedingskabel is aangesloten.
Controleer of het product goed is verbonden met een kabel.
Controleer of het bronapparaat dat op het product is aangesloten, is ingeschakeld.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een signaal van de grafische kaart de maximale
resolutie en frequentie van het product overschrijdt.
Raadpleeg de tabel met de standaardsignaalmodi en stel op basis van de productspecificaties
een maximale resolutie en frequentie in.
Stel de resolutie en de frequentie in op het aanbevolen niveau.
92