De instellingen van de labelprinter wijzigen
Tabblad Advanced (Geavanceerd)
Hieronder wordt het tabblad Advanced (Geavanceerd) van het dialoogvenster Instellingen besproken.
• Print Density (Black) (Afdrukdichtheid (zwart))
Hiermee stelt u de afdrukdichtheid voor de kleur zwart in.
Mogelijke instellingen: [+6/+5/+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4/-5/-6]
• Print Density (Red) (Afdrukdichtheid (rood))
Hiermee stelt u de afdrukdichtheid voor de kleur rood in.
Mogelijke instellingen: [+6/+5/+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4/-5/-6]
• Printer Information Report (Informatierapport printer)
Geef aan welke gegeven moeten worden opgenomen in het Informatierapport printer.
Mogelijke instellingen: [All] (alles), [Usage Log] (Verbruikslog), [Printer Settings] (Printerinstellingen),
[Printer Transfer Data] (Overdrachtsgegevens printer)
• Print Data after Printing (Afdrukgegevens na te zijn afgedrukt)
Geef aan of de afdrukgegevens na het afdrukken automatisch moeten worden verwijderd.
Mogelijke instellingen: [Keep Print Data] (Afdrukgegevens opslaan), [Erase All Print Data]
(Alle afdrukgegevens wissen)
Tabblad Management (Beheer)
Hieronder wordt het tabblad Management (Beheer) van het dialoogvenster Instellingen besproken.
• Command Mode (Opdrachtmodus)
Selecteer het type opdrachtmodus.
Mogelijke instellingen: [Raster], [ESC/P], [P-touch Template]
• Airplane Mode (Vliegtuigstand)
Kies On (Aan) om de printer in de Airplane Mode (vliegtuigstand) te zetten. De volgende voorwaarden zijn
van toepassing:
QL-810W: Als u de knop Wi-Fi ( ) ingedrukt houdt, is de knop WPS niet beschikbaar.
QL-820NWB: De menu's [WLAN] en [Bluetooth] verdwijnen van het LCD-scherm.
Mogelijke instellingen: [Off] (Uit), [On] (Aan)
4
4
4
65