6 Automaat bedienen
NL
16
Technische wijzigingen voorbehouden
De instellingen in het snelstartprogramma op programmaplaats 000 blijven be-
staan tot ze worden gewijzigd.
6.4
Ader bewerken
Controleer of de aanvoerrollen zijn geopend.
Afb. 6:
Rollen in geopende stand
Steek een ader zo ver in de adergeleiding dat het uiteinde rechts naast de
messen verschijnt.
Sluit de aanvoerrollen.
Afb. 7:
Rollen in gesloten stand
De ader wordt automatisch naar binnen getrokken. De automaat voert een
nuloverlapping uit. Daarna start het geselecteerde programma.
Zodra het ingestelde aantal is bewerkt klinkt er een akoestisch signaal.
Open de aanvoerrollen.
Trek de ader naar buiten.
6.5
Aanvoersnelheid wijzigen
U kunt de aanvoersnelheid voor de kabeltoevoer instellen.
Opmerking:
Indien u een kniplengte van >1 m instelt, moet u altijd de snelheid
verlagen.
Druk in het productiemenu kort op C.
De cursor knippert bij de snelheidsweergave.
Selecteer de gewenste waarde met behulp van de pijltoetsen
(0,1 m/s...1,5 m/s).
Druk op E om de instelling op te slaan.
Als alternatief kunt u de snelheid in menu 6 in het menu-item "Snelheid" wijzi-
gen.
6.6
Servicemelding
Wanneer er 250.000 knipcycli zijn uitgevoerd verschijnt er elke keer bij het in-
schakelen van de automaat een servicemelding.
Druk op C om de melding te annuleren.
Daarna is de automaat bedrijfsgereed.
Opmerking:
Om te zorgen dat de automaat zo lang mogelijk goede resultaten
levert, dient u zich aan de voorgeschreven serviceintervallen te
houden:
– Service na 250.000 knipcycli
Neem contact op met de Rittal vertegenwoordiging in uw land.
6.7
Noodstop
Na het bedienen van de Nood-Uit wordt de stroomtoevoer naar de automaat
onderbroken.
Om de automaat weer in te schakelen draait u de Nood-Uit-schakelaar.
Rittal AS Afkortautomaat C8+