A10-12—Aanzuigopening
A10-13—Reinigingstankmodule
A10-14—Stofzakgleuf
A10-15—Filter
A10-16—Locatiebaken dockingstation
A10-17—Schoonwaterdispensers
A10-18— Vlotter waterniveau
A10-19—Droogluchtuitlaten
Opbergruimte voor
A11
voedingskabel
A11-1—Snoeruitgangen
A11-2—Voedingspoort
A11-3—Snoeropbergruimte
Installatie
B
Belangrijke informatie
B1
B1-1—Verwijder snoeren, harde of scherpe
voorwerpen (zoals spijkers en glas)
en losse voorwerpen van de grond
en verplaats onstabiele, breekbare,
kostbare of gevaarlijke voorwerpen
naar een veilige plek. Zo voorkomt
u persoonlijk letsel of schade aan
eigendommen doordat voorwerpen
verstrikt raken in, geraakt worden door
of omgestoten worden door de robot.
B1-2—Wanneer u de robot op een
verhoogde plek gebruikt, gebruik dan
altijd een fysieke veiligheidsbarrière
om te voorkomen dat de robot per
ongeluk valt. Anders kan dit leiden tot
persoonlijk letsel of materiële schade.
Opmerkingen:
• Als u de robot voor het eerst gebruikt, volg hem dan
tijdens zijn hele reinigingsroute en let op mogelijke
problemen. Daarna zal de robot zelf kunnen
schoonmaken.
• Om overmatige opeenhoping van vuil op de mopdoeken
te voorkomen, moeten vloeren ten minste drie keer
worden gestofzuigd vóór de eerste dweilcyclus.
Montage
B2
B2-1—Plaats het dockingstation op een
harde, vlakke vloer (hout/tegels/
beton enz.), vlak tegen een muur.
Bevestig de basis door beide kanten
van de basis stevig in te drukken en
dan op het verbindingsstuk in het
midden te drukken tot u een klik
hoort.
B2-2—Klik
Opmerking:
Zet bij het verplaatsen van het dockingstation
de watertanks vast om te voorkomen dat ze eraf vallen.
B2-3—Sluit de voedingskabel aan op de
achterkant van het dockingstation en
berg het overtollige snoer op in de
opbergruimte.
Opmerking:
De voedingskabel kan aan beide zijden
naar buiten worden geleid.
B2-4—Lijn de mopassen uit en installeer ze
op hun plaats in de robot totdat u
een klik hoort.
B2-5—Klik
62
Het dockingstation plaatsen
B3
Zorg voor een vrije ruimte van ongeveer
0,9 m in de hoogte, 0,4 m in de lengte en
1,2 m in de breedte. Zorg ervoor dat de
locatie goede wifitoegang heeft voor een
betere ervaring met de mobiele app. Steek
de stekker in het stopcontact en controleer
of het statuscontrolelampje brandt.
B3-1—Ongeveer 0,9 m
B3-2—Ongeveer 0,4 m
B3-3—Ongeveer 1,2 m
Opmerkingen:
• Als de voedingskabel verticaal naar de grond hangt,
kan het door de robot worden gegrepen. Het
dockingstation kan hierdoor worden verplaatst of
losgetrokken.
• Het statuscontrolelampje van het dockingstation
brandt als het dockingstation is ingeschakeld en gaat
uit als de robot wordt opgeladen.
• Het statuscontrolelampje van het dockingstation licht
rood op als er een storing optreedt.
• Plaats het dockingstation op een vlakke vloer uit de
buurt van vuur, hitte en water. Vermijd nauwe ruimtes
of locaties waar de robot in de lucht kan komen te
hangen.
• Als het dockingstation op een zachte ondergrond
(tapijt/mat) wordt geplaatst, kan het kantelen en kan
de robot problemen ondervinden bij het aandokken
en wegrijden.
• Houd het dockingstation uit de buurt van direct
zonlicht of andere zaken die het locatiebaken van het
dockingstation kunnen blokkeren. Anders kan het
gebeuren dat de robot niet naar het dockingstation
terugkeert.
• Gebruik het dockingstation niet zonder
schoonwatertank, vuilwatertank, deksel
van het stofreservoir, wegwerpstofzak of
reinigingstankmodule.
• Onderhoud het dockingstation volgens het
Periodiek onderhoud. Reinig de voedingskabel en de
laadcontacten van het dockingstation niet met een
natte doek of tissue.