Dit apparaat kan worden gebruikt voor koel-, ontvochtigings- en ventilatiedoeleinden. Voordat u
het apparaat gebruikt, moet u het minimaal twee uur rechtop laten staan.
Bij het schakelen tussen modi blijft de ventilator draaien, maar stopt de compressor: de compressor start na 3 minuten opnieuw.
Deze vertraging beschermt de compressor tegen mogelijke schade.
Koeling, ventilator
DE AFVOERBUIS MOET ALTIJD OP HET APPARAAT WORDEN AANGESLOTEN: de enige uitzondering is wanneer het apparaat
uitsluitend in de ontvochtigingsmodus wordt gebruikt. In dat geval moet het apparaat direct in de kamer kunnen worden
afgevoerd voor maximale efficiëntie (zie de "Ontvochtigingsmodus " paragraaf).
Maak de luchtfilters onder het gemakkelijk verwijderbare achterrooster regelmatig schoon om de airconditioner efficiënt te laten werken.
1. KOELMODUS
-De "Cool"-LED op het bedieningspaneel gaat branden.
-De temperatuur kan worden ingesteld tussen 16 °C en 31 °C.
-In deze modus wordt elke keer dat de AAN/UIT-knop wordt ingedrukt het apparaat uitgeschakeld, het apparaat slaat de temperatuurinstelling op en
behoudt deze instelling wanneer het opnieuw wordt ingeschakeld.
-In deze modus kan de ventilatorsnelheid worden aangepast en kunnen de functies Timer en SLEEP worden ingesteld.
-Voor een stillere werking laat u de ventilator op lage snelheid draaien.
2. ONTVOCHTIGINGSMODUS (DROGEN)
-
Druk op de MODE-knop om de ontvochtigingsmodus te selecteren.
-
De temperatuur wordt geregeld door de elektronische kaart en kan niet worden aangepast.
-
In deze modus wordt het apparaat elke keer dat u op de AAN/UIT-knop drukt uitgeschakeld. Het apparaat slaat de instellingen op en bewaart deze
wanneer het opnieuw wordt ingeschakeld.
-
De ventilatorsnelheid is laag ingesteld en kan niet worden aangepast.
OPMERKING
De airconditioner koelt de kamer niet wanneer deze als luchtontvochtiger werkt. Wanneer het toestel als
luchtontvochtiger wordt gebruikt, mag de flexibele leiding niet worden aangesloten.
Voor maximale ontvochtigingsefficiëntie laat u het opzetstuk met uitworp aan de achterkant vrij zodat het rechtstreeks in de omgeving kan
worden afgevoerd.
De ontvochtigingsmodus wordt aanbevolen tijdens de herfst en winter.
V20/11
HOE HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
BEDRIJFSMODI
Ontvochtigen
24