andere voorwerpen in de buurt de
normale beweging hiervan
belemmeren, gebruik de
platformbediening niet om het
platform neer te laten. Als u van
plan bent om het platform neer te
laten met de grondbediening, dan
mag u deze pas bedienen nadat al
het personeel het platform heeft
verlaten.
•
Als een of meer banden van de
machine banden boven de grond
hangt, evacueer dan al het
personeel voordat u probeert om
de machine te stabiliseren.
Gebruik een kraan, vorkheftruck
of andere geschikte apparatuur
om de machine te stabiliseren.
GEVAAR VOOR VALLEN
Bedienaars moeten de machine minstens bedienen en
onderhouden zoals vermeld in de gebruiksaanwijzing en
onderhoudshandleiding in aanvulling op de
onderstaande striktere voorschriften voor de industrie en
regels voor de werkplek.
GEVAAR VOOR VALLEN
•
Elke persoon op het platform moet
een harnas dragen of
beschermingsmiddelen gebruiken
die consistent zijn met
overheidsvoorschriften. Bevestig
de kabel aan het vaste punt van
het platform. Bevestig nooit kabels
van meerdere personen aan een
vast punt op het platform.
•
Niet op de leuningen zitten, staan
of kruipen. Als u zich op het
platform bevindt, blijf dan altijd op
de vloer van het platform staan.
•
Betreed of verlaat het platform niet
via de giek.
•
Houd de vloer van het platform vrij
van obstakels.
•
Zorg dat er zich geen modder,
olievlekken of andere glibberige
stoffen bevinden aan schoeisel of
op de vloer van het platform.
•
Betreed of verlaat het platform
niet, tenzij de machine volledig is
ingeklapt.
•
Sluit de toegangsdeur van het
platform vóór het gebruik van de
Gebruiksaanwijzing AB10ERJN
WAARSCHUWING
machine.
•
Bedien de machine niet als de
leuningen niet goed zijn
gemonteerd en de toegangsdeur
van het platform niet is gesloten.
GEVAAR VOOR BOTSINGEN
Bedienaars moeten de machine minstens bedienen en
onderhouden zoals vermeld in deze handleiding en in de
onderhoudshandleiding in aanvulling op het volgen van
striktere voorschriften voor de industrie en regels voor
de werkplek.
GEVAAR VOOR BOTSINGEN
•
Let op het blikveld en de
aanwezigheid van dode hoeken bij
het verplaatsen of bedienen van de
machine.
•
Omstanders moeten minimaal
1,8 m (5,9 ft) afstand houden van
de machine als deze rijdt of
zwenkt.
•
Als het werkplatform van een
bewegende machine ongeveer 2 m
(6,6 ft) van de belemmering is,
gebruik dan de functie giek
heffen/neerlaten (in plaats van de
rijfunctie) om dichtbij de
belemmeringen te komen.
•
Als u in hoge versnelling met de
machine rijdt, schakel deze dan
om naar de lage versnelling
voordat u deze parkeert.
•
Gebruik de hoge versnelling niet
als de machine achteruit rijd of in
beperkte of besloten werkruimtes.
•
Controleer het werkgebied om
belemmeringen op en boven de
grond te vermijden en op andere
mogelijke gevaren.
•
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de platform- en
grondbediening. Met kleuren
gemarkeerde richtingspijlen tonen
de functies voor rijden, heffen en
sturen.
•
Gebruikers moeten gebruikers-,
werkplek- en overheidsregels
naleven met betrekking tot het
gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen (helmen,
3-7
VEILIGHEID
WAARSCHUWING
© jul. 2022