bekijken, video's bewerken, G-Metrix overlays toevoegen en
videoclips delen op sociale media. Ga naar
/VIRBapp
als u de Garmin VIRB app wilt downloaden of meer
informatie wilt.
1
Installeer de Garmin VIRB app via de App Store op uw
mobiele toestel.
2
Selecteer een optie:
• Maak een Wi‑Fi toegangspunt via uw camera
toegangspunt instellen, pagina
• Koppel uw camera en uw mobiele toestel met hetzelfde
Wi‑Fi netwerk
(Verbinding maken met een Wi
pagina
12).
OPMERKING: Als u de camera wilt bedienen via een
bestaand Wi‑Fi netwerk, moet het netwerk zodanig zijn
ingesteld dat aangesloten toestellen elkaar kunnen zien
en met elkaar kunnen communiceren.
3
Koppel andere camera's met het Wi‑Fi toegangspunt of
netwerk (optioneel).
4
Start de Garmin VIRB app op uw mobiele toestel.
De app zoekt naar camera's en maakt automatisch een
verbinding.
5
Selecteer een optie via de Garmin VIRB app:
• Gebruik de knoppen op het scherm om de opname te
bedienen of instellingen te wijzigen.
• Gebruik de vervolgkeuzelijst om over te schakelen naar
een andere camera.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als er
meerdere camera's zijn gekoppeld.
• Gebruik de tabs om over te schakelen tussen de opname-
en afspeelmodus.
Wi‑Fi netwerken en toestellen
Met de Garmin VIRB app en sommige Garmin toestellen, zoals
een compatibele kaartplotter, kan de camera worden bediend
via een Wi‑Fi verbinding. Met deze toestellen kunt u opnames
bedienen, cameramodi en instellingen wijzigen en opgenomen
video's en foto's afspelen of bewerken.
U kunt een Wi‑Fi verbinding maken door uw camera in te stellen
voor het uitzenden van een Wi‑Fi toegangspunt. U kunt ook uw
camera's en toestellen koppelen aan een bestaand netwerk.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het toestel voor meer
informatie over het bedienen van uw camera met een
compatibel Garmin toestel.
Een Wi‑Fi toegangspunt instellen
Uw camera kan een Wi‑Fi toegangspunt uitzenden om een
netwerk te maken voor uw toestellen. U kunt uw mobiele toestel,
Garmin toestel of andere VIRB camera's koppelen aan het
toegangspunt. Dit is handig voor de meeste opnamesituaties,
wanneer u geen toegang hebt tot een bestaand draadloos
netwerk.
OPMERKING: Door een toegangspunt te maken, kunt u een of
meer camera's bedienen via Wi-Fi technologie, maar het
verschaft geen andere netwerkservices of toegang tot internet.
1
Selecteer Draadloos > Wi-Fi > Status in het hoofdmenu om
de Wi‑Fi draadloze technologie in te schakelen.
2
Selecteer Modus > Maken.
Uw camera zendt een Wi‑Fi netwerk uit. De SSID-naam en
het wachtwoord van het netwerk worden op het
camerascherm weergegeven.
3
Koppel uw mobiele toestel, camera's of andere toestellen aan
het nieuwe Wi‑Fi netwerk.
‑ Fi toegangspunt
Instellingen voor Wi
U kunt de instellingen van het draadloze toegangspunt voor uw
toestel wijzigen.
12
garmin.com
‑ Fi
(Een Wi
12).
‑ Fi netwerk,
Selecteer Draadloos > Wi-Fi > Status in het hoofdmenu om de
Wi‑Fi draadloze technologie in te schakelen en selecteer Modus
> Maken.
Naam: Hiermee wordt de SSID ingesteld, waarmee andere
toestellen uw draadloze netwerk kunnen herkennen.
Wachtwoord: Hiermee wordt het wachtwoord ingesteld,
waarmee verbinding kan worden gemaakt met uw draadloze
netwerk.
Verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk
Als u een verbinding maakt met een openbaar of onbeveiligd
netwerk, kunnen uw video- en sensorgegevens zichtbaar zijn
voor anderen. Wees voorzichtig als u een verbinding maakt met
een onbeveiligd netwerk.
Als u de camera wilt bedienen via een bestaand Wi‑Fi netwerk,
moet het netwerk zodanig zijn ingesteld dat aangesloten
toestellen elkaar kunnen zien en met elkaar kunnen
communiceren.
U kunt met uw camera een verbinding maken met een bestaand
2,4 GHz Wi‑Fi netwerk. Dit kan een thuisnetwerk, een
bedrijfsnetwerk of een NMEA 2000
1
Selecteer Draadloos > Wi-Fi > Status in het hoofdmenu om
de Wi‑Fi draadloze technologie in te schakelen.
2
Selecteer Modus > Verbinden.
3
Selecteer Voeg nieuwe toe.
De camera zoekt in de omgeving naar Wi‑Fi netwerken.
4
Selecteer een Wi‑Fi netwerk.
5
Voer indien nodig het netwerkwachtwoord in.
De camera maakt verbinding met het draadloze netwerk.
6
Koppel indien nodig uw mobiele toestel of Garmin toestel met
hetzelfde netwerk om de camera te bedienen.
De camera onthoudt de netwerkgegevens voor deze locatie en
maakt voortaan automatisch verbinding als u terugkeert op deze
locatie.
‑ Fi netwerken beheren
Wi
1
Selecteer Draadloos > Wi-Fi > Status in het hoofdmenu om
de Wi‑Fi draadloze technologie in te schakelen.
2
Selecteer Modus > Verbinden.
3
Selecteer een opgeslagen netwerk.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vergeet om het netwerk te verwijderen.
De netwerkgegevens worden verwijderd. Als u opnieuw
een verbinding wilt maken met dit netwerk, moet u dit
handmatig doen en het netwerkwachtwoord invoeren.
• Selecteer Wijzig wachtwoord als u het wachtwoord dat is
opgeslagen voor het netwerk, wilt wijzigen.
ANT+ toestellen en VIRB afstandsbediening
U kunt opnames starten, opnames stoppen en foto's maken op
uw VIRB camera met een ander compatibel Garmin toestel met
ANT+ draadloze technologie, zoals horloges, activiteiten-
trackers, navigatietoestellen of de VIRB afstandsbediening.
Raadpleeg de handleiding van uw Garmin toestel voor meer
informatie over de compatibiliteit van de VIRB camera.
De VIRB afstandsbediening is een draagbare, te bevestigen
afstandsbediening waarmee u uw VIRB camera kunt bedienen
via de ANT+ draadloze technologie. Met de voelbare knoppen
kunt u opnames starten, opnames stoppen of foto's maken
zonder naar de afstandsbediening te kijken. Ga naar
www.garmin.com/VIRB
om een VIRB afstandsbediening aan te
schaffen.
Afstandsbediening en Garmin VIRB mobiele app
LET OP
®
watersportnetwerk zijn.