Sensoren
nl
Automatisch uitschakelen van
het apparaat activeren/
deactiveren
Met toets Klaar in + of - kiest u op de
programmakiezer positie 4 de functie
automatisch uitschakelen aan (On) of
uit (OFF).
Heeft u Wi-Fi ingeschakeld
Aanwijzing:
dan wordt het automatische
uitschakelen uit (OFF) gezet.
Instelmodus afronden of:
Instructiesignaal
trommelverzorging in-/
uitschakelen
afhankelijk van model
Met toets Klaar in + of - schakelt u op
programmakiezer positie 5 het
instructiesignaal Trommel reinigen in
(On) of uit (OFF).
Instelmodus afronden
Voor het beëindigen en opslaan van de
instellingen drukt u op toets #.
Het apparaat is uitgeschakeld. De
gekozen instellingen zijn actief bij de
volgende keer inschakelen.
56
H
Sensoren
B eladingsautomaat
S e n s o r e n
Afhankelijk van het soort textiel en de
belading past de beladingsautomaat
het waterverbruik en de
programmaduur optimaal aan elk
programma aan.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalans-
controlesysteem herkent onbalans en
zorgt door meermaals
aanloopcentrifugeren voor een
gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een heel ongunstige verdeling van
het wasgoed wordt om
veiligheidsredenen het eindtoerental
verlaagd of niet gecentrifugeerd.
Kleine en grote stukken
Aanwijzing:
wasgoed in de trommel doen.
~ Blz. 41, ~ Blz. 63
Aquasensor
afhankelijk van model
De Aquasensor controleert tijdens het
spoelen de troebelheidsgraad van het
spoelwater (troebelheid wordt
veroorzaakt door vuil en
wasmiddelresten). Afhankelijk van de
troebelheid van het water worden het
aantal en de duur van de spoelbeurten
vastgesteld.