Stappen
1. Plaats de systeemkaart op een schone en vlakke ondergrond.
2. Installeer de
ethernet- en
3. Draai de systeemkaart om.
4. Gebruik de uitlijnpunten om de systeemkaart op de polssteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. Zorg ervoor dat de koelplaat is
uitgelijnd met de bovenkant van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
5. Lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
6. Plaats de vijf schroeven (M2x4) terug waarmee de systeemkaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
7. Lijn de schroefgaten op de Type-C-beugel uit met de schroefgaten op de systeemkaart.
8. Plaats de twee schroeven (M2x4) terug waarmee de Type C-beugel op de systeemkaart is bevestigd.
9. Sluit de beeldschermkabel aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling.
10. Bevestig de tape waarmee de connectorvergrendeling van de beeldschermkabel op de systeemkaart wordt bevestigd.
11. Sluit de kabel van de DDS (dynamische beeldschermschakelaar) aan op de systeemkaart.
12. Sluit de kabel van de voedingsadapterpoort aan op de systeemkaart.
13. Sluit de kabel van de voedingsadapterpoort aan op de systeemkaart.
14. Plaats de twee schroeven (M2x2) terug waarmee de rechterventilator op de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
15. Duw met beide handen met uw vingertoppen de kabel van de rechterventilator in de connector op de systeemkaart.
WAARSCHUWING:
en de systeemkaart. Zorg ervoor dat de witte punt op de kabel naar boven is gericht voordat u de kabel aansluit.
16. Sluit de luidsprekerkabel aan op de systeemkaart.
17. Sluit de touchpadkabel aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling.
18. Sluit de kabel van de toetsenbordcontrollerkaart aan op de toetsenbordcontrollerkaart en sluit de vergrendeling.
audiokaart,
USB-kaart
en
ventilator- en
Het aansluiten van de kabel met de verkeerde zijde naar boven leidt tot schade aan de connector
koelplaateenheid.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
43