toegewezen, automatisch gepatcht. Gebruik in manual-patch-mode de cursor-toets, om de parameters toe
te wijzen. Let op dat de patch-adressen van de scanners zich niet overlappen, dit om foutmeldingen te
voorkomen.
In het bovenstaande voorbeeld is scanner 1 een YPOC 250. Deze YPOC 250 heeft 14 DMX-kanalen nodig,
waarvan 1 zijn startadres is. De stippellijn rechts onder in de hoek geeft aan, dat er geen dipswitch-
configuratie tijdens de scanner-setup aangemaakt is. Als er een dip-switch code voor de scanner aanwezig
is, verschijnt in plaats van een stippellijn rechts onder in de hoek, 10 kleine vierkantjes die de dip-switch
standen aangeven.
Par Patch
Gebruik de cursor-toetsen UP/DOWN of fader F5, om naar [PAR PATCH] te scrollen.
Druk de toets met de rechter pijl, om toegang tot deze modus te krijgen. Het volgende scherm verschijnt.
In auto-patch-mode worden de DMX-Kanalen 480-503 automatisch aan de parcans toegewezen. In manual-
patch-mode kan men de waarde van het start-kanaal van de parcans met de cursor-toetsen UP/DOWN of
fader F2 invoeren. Met „ok" bevestigt U deze invoer.
Er zijn altijd 24 kanalen voor de parcans.
Strobe-Patch
Gebruik de cursor-toetsen UP/DOWN of fader F5, om naar [STROBE PATCH] te scrollen.
Druk de toets met de rechter pijl, dan krijgt U toegang tot deze modus. Het volgende scherm verschijnt.
In auto-patch-mode, worden de DMX-kanalen 504-511 automatisch aan de strobe effecten toegewezen.
Gebruik in manual-patch-mode de cursor-toetsen UP/DOWN of fader F2, om de waarde voor het start-
kanaal van de strobe in te voeren. Met „ok" bevestigt U deze invoer.
Er zijn altijd 8 kanalen voor de strobes gereserveerd, 2 kanalen per strobe.
Fix.
TYPE
[ 1 ]
[ Ypoc 250 ] < DEL > TO -- 14
DMX CHANNEL AUTO PATCH – ON
SELECT
[ PAR PATCH
PAR DMX CHANNEL
FROM [ 480 ] TO 503
DMX CHANNEL AUTO PATCH – ON
SELECT
[ STROBE PATCH
STROBE DMX CHANNEL
FROM [ 504 ] TO 511
FROM
1
1 - - cod - - 10
]
]
-------------
esc
ok
esc
ok
esc
ok
esc
ok
18