De warmteafleider plaatsen
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de onderplaat aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
1. Lijn de schroefgaten in de warmteafleider uit met de schroefgaten op de systeemkaart en plaats de warmteafleider.
2. Maak in de juiste volgorde (aangegeven op de warmteafleider) de zeven geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider op het
moederbord is bevestigd.
3. Bevestig de mylartape waarmee de warmteafleider aan de systeemkaart wordt bevestigd.
1. Plaats de batterij.
2. Plaats de onderplaat.
3. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Ventilator
De ventilator verwijderen
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de onderplaat.
3. Verwijder de
batterij.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de ventilator aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
gewerkt.
werken.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
23