Inhoudsopgave
Advertenties
5.2
Instructie ontvangerinterface
1. Gevoeligheid
Pas de signaalsterkte en het volume aan
2. Sonde
Het apparaat geeft een pieptoon wanneer de sonde in de buurt komt van de
doelkabel.
3. Aan/uit
Druk de knop lang in om de ontvanger in en uit te schakelen.
4. Oortelefoon
Het helpt bij het werken in een lawaaierige omgeving.
5. Aan/uit-indicator en luidspreker
De indicator brandt wanneer de ontvanger wordt ingeschakeld. Er klinkt een
pieptoon wanneer de sonde in de buurt van de beoogde kabel komt.
6
Gebruiksaanwijzing
6.1
Scanmodus
1.
Druk de tuimelschakelaar in de stand 'ON' (AAN), de indicator 'SCAN' zal aan zijn. Bij het
inschakelen van de zender van de kabeltracker is het audiosignaal aan. Schakel de
audioknop in om het signaal in en uit te schakelen.
2.
Gebruik de zwarte krokodillenklem om de aarde aan te sluiten, de rode klem verbindt
elke ader van de kabel. Pas de gevoeligheid aan voor de juiste mate.
Gebruiksaanwijzing voor kabeltracker
7
37270793
Advertenties
Inhoudsopgave
