Tabel 4. Opties voor System Setup—Advanced (Geavanceerd) menu
Advanced
Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies)
Intel(R) SpeedStep(TM)
Integrated NIC
Intel Speed Shift Technology
SATA-optie
Adapter Warnings
Extensies van Intel Software Guard
Geheugenruimte toegewezen aan Intel(R) Software Guard
Extensions
BIOS Recovery from Hard Drive
BIOS auto-herstel
Integriteitscontrole
Intel BIOS Afschermingssteun
USB Configuration (USB-configuratie)
Rear USB Ports
Power Options (Energiebeheer)
Wake Up by Integrated LAN
AC Recovery
Schakel de functie Intel SpeedStep in of uit.
Standaard: Enabled (Ingeschakeld).
Hiermee kunt u de geïntegreerde LAN-controller in- of uitschakelen.
Standaard: Enabled (ingeschakeld)
Hiermee schakelt u de Intel Speed Shift Technology-ondersteuning
in of uit. Als u deze optie inschakelt, selecteert het
besturingssysteem automatisch de juiste processorprestaties.
Standaard: Enabled (ingeschakeld)
Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde SATA
harde schijf controller configureren.
Standaard: AHCI
Hiermee schakelt u de adapter warnings.
Standaard: Enabled (ingeschakeld)
Enable/Disable/Software Aangestuurd Intel® Software Guard
Extensions (SGX).
Standaard: softwaregestuurd
Instelling Memory allocation voor Intel-Software Guard Extensions
(SGX). De ondersteuning zou 128MB opslagruimte standaard.
Wanneer SGX is ingesteld op software aangestuurd is deze
instelling niet beschikbaar en heeft geen effect.
Hiermee kan het herstel van de BIOS vanaf de harde schijf
geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Standaard: Enabled (ingeschakeld)
Inschakelen of uitschakelen BIOS Auto-Recovery.
Standaard: Uitgeschakeld
Wanneer deze optie is ingeschakeld, controleert het BIOS de
BIOS image integriteit bij het opstarten. Wanneer deze optie is
uitgeschakeld, BIOS, controleert de integriteit van de image alleen
als de vorige boot werd niet voltooid.
Standaard: Uitgeschakeld
Inschakelen of uitschakelen van de Intel BIOS Beschermkapsteun.
Standaard: Enabled (ingeschakeld)
Hiermee kunnen de achterste USB-poorten geactiveerd of
gedeactiveerd worden.
Hiermee kan de computer wordt ingeschakeld door middel van
speciale LAN-signalen.
Standaard: Uitgeschakeld
Bepaalt welke acties door de computer worden uitgevoerd bij het
herstellen van de voeding.
Systeeminstellingen
69