2
Veiligheidsmaatregelen
Het veilig gebruik van het product.
Inleiding
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en bedieningsinstructies alvorens de printer te gebruiken, om
er zeker van te zijn dat u deze op een veilige manier gebruikt.
U wordt geacht over de technische opleiding en ervaring te beschikken die nodig zijn om bekend te
zijn met de gevaren waaraan u kunt worden blootgesteld bij het uitvoeren van een taak en de juiste
maatregelen te treffen om de risico's voor uzelf en anderen te minimaliseren.
Voer het aanbevolen onderhoud en de schoonmaaktaken uit om voor een correcte en veilige werking
van de apparatuur te zorgen.
De werking moet te allen tijde worden bewaakt.
De apparatuur is stationair en moet zich in een gebied bevinden met beperkte toegang voor uitsluitend
geautoriseerd personeel.
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Gebruik de apparatuur alleen als deze in goede staat verkeert en in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden is.
Schakel alle apparatuur uit in de volgende gevallen:
●
De stroomkabel is beschadigd.
●
De apparatuur is beschadigd door een klap.
●
Er is vloeistof in de apparatuur gekomen.
●
Er komt rook of een ongewone geur uit de apparatuur.
●
De ingebouwde aardlekschakelaar is herhaaldelijk geactiveerd.
●
De apparatuur werkt niet normaal.
●
Er is mechanische schade of schade aan de behuizing.
4
Hoofdstuk 2 Veiligheidsmaatregelen