CONTROLEPANEEL
Instelling kraterstroomregeling
Kratercontrole is het vermogen om de krater die achterblijft aan het einde van de las te verminderen of te elimineren.
Met de regeling van de kraterstroom kunt u een onafhankelijke instelling instellen voor de draadaanvoersnelheid en
het voltage dat moet worden gebruikt aan het einde van de las (deze instellingen worden doorgaans ingesteld op
lagere waarden dan de hoofdlasdraadaanvoer en het voltage ingesteld via de draad voedingseenheid) om het vullen
van de krater bij het afwerken van de las mogelijk te maken. Meestal worden de waarden ingesteld op ongeveer 55%
~ 65% van de belangrijkste lasstroomwaarden.
De kraterstroomregeling werkt alleen in de 4T-toortstriggerfunctie.
In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de kraterstroomregelaars instelt en gebruikt.
1. Selecteer 4T op de Trigger Select Mode-schakelaar (A)
2. Stel een waarde in met behulp van de kraterstroomknop op het voorpaneel van de
stroombron (B). Deze draaiknop regelt de hoeveelheid draadaanvoersnelheid die
aan het einde van de las wordt geleverd.
3. Stel een waarde in met behulp van de kraterspanningsknop op het voorpaneel van de stroombron
(C). Deze draaiknop regelt de hoeveelheid spanning die aan het einde van de las wordt toegepast.
Test de kraterstroominstellingen door te lassen totdat de gewenste kraterinstelling is gevonden.
Let op: vergeet niet om aandacht te besteden aan de 4T-triggerselectie.
Dit betekent dat het indrukken van de MIG-toortsschakelaar (1e aanraking) de lascyclus start. Als u de toortsschakelaar
loslaat (2e aanraking) kunt u doorgaan met lassen zonder de toortsschakelaar ingedrukt te houden, opnieuw aan
de schakelaar trekken (3e aanraking) en ingedrukt houden Als u deze omlaag zet, kunnen de instellingen voor de
kraterstroom actief worden en kunt u de laskrater vullen. Als u de toortsschakelaar loslaat (4e aanraking) wordt het
lassen beëindigd.
* Als de instelling van de kraterstroom te hoog is, d.w.z. te heet en de krater niet vult, verlaag dan de instelling en test opnieuw.
* Als de instelling van de kraterstroom niet warm genoeg is en het lassen is te koud met steken en spatten, verhoog dan de
instellingen en test opnieuw.
8
B
C
A