Espressomachine
NL
Handleiding
■
Voordat u dit apparaat gebruikt, moet u de handleiding lezen, zelfs als u vertrouwd
bent met het gebruik van soortgelijke apparaten. Gebruik het apparaat alleen op
de wijze die in deze handleiding is beschreven. Bewaar deze handleiding op een
veilige plaats waar ze gemakkelijk kan worden gevonden voor toekomstig gebruik.
■
Wij raden aan om de originele kartonnen doos, het verpakkingsmateriaal, de
aankoopbon en verklaring van de verkoper of garantiekaart te bewaren, voor
ten minste de duur van de wettelijke aansprakelijkheid voor onbevredigende
prestaties of kwaliteit. Bij transport, raden wij aan het apparaat te verpakken in
de originele doos van de fabrikant.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A1 Warmhoudplaat kopjes
A2 Aan-uitlampje
A3 Indicator watertemperatuur koffie
brouwen
A4 Indicator watertemperatuur stoom
A5 Knop om te schakelen tussen koffie
brouwen en stoom
A6 Brouwkop
A7 Filterhouder met koffie-uitloop
A8 Verwijderbaar rooster
A9 Verwijderbare lekbak
A10 Deksel met handvat
A11 Waterreservoir 1,5 liter
VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
1. Verwijder het verpakkingsmateriaal, beschermende folie, promotionele stickers
of labels van het apparaat.
2. Plaats het apparaat op een vlakke, droge en stabiele ondergrond. Verwijder het
waterreservoir A11 uit het apparaat, maak het schoon met water en een kleine
hoeveelheid neutraal afwasmiddel. Spoel vervolgens met schoon water, laat het
drogen en zet terug op zijn plaats.
3. Verwijder de lekbak A9 met rooster A8, veeg deze schoon met een vochtige
doek, veeg droog en plaats ze terug.
4. Was de filterhouder A7, maatbeker A19 en roestvrij stalen filters A17 en A18
onder stromend water met een kleine hoeveelheid afwasmiddel. Spoel ze
vervolgens met water en laat drogen.
5. Veeg de buitenkant van het apparaat schoon met een vochtige doek af en veeg
het daarna grondig droog.
6. Voordat u uw eerste kopje koffie brouwt, moet u het apparaat ongeveer 60
seconden leeg laten lopen, hiermee bedoelen we met water in het waterreservoir
A11 maar zonder koffie in het filter. Dit zal de interne onderdelen en de
brouwkop A6 schoonmaken. Plaats een voldoende grote opvangbak onder de
filterhouderA7 om het hete water op te vangen. Instructies om het apparaat te
gebruiken, vindt u in het hoofdstuk Het apparaat gebruiken.
HET APPARAAT GEBRUIKEN
1. HET WATERRESERVOIR VULLEN
1.1 Neem het waterreservoir A11 bij de handgreep A10. Til het op en verwijder het
van het achterste gedeelte van het apparaat.
1.2 Vul het met koud water tot het maximale niveau, plaats het terug in het apparaat
en klap het deksel neer A10. Het waterreservoir A11 moet correct gemonteerd
zijn, anders zal er geen water naar de stoomketel A13 stromen.
Opmerking:
Het water dat u in het waterreservoir A11 giet moet zich op
kamertemperatuur bevinden (ca. 25 °C). Water dat te koud is, kan
een negatieve invloed hebben op de uiteindelijke smaak van de
koffie.
Opgelet:
Het waterreservoir A11 heeft een maximale capaciteit van
1,5 liter. Niet overvullen.
Vul het waterreservoir A11 nooit met warm of heet water,
koolzuurhoudend water of andere vloeistoffen zoals melk.
Vul het waterreservoir A11 niet als het zich in het apparaat
bevindt. Het gevaar bestaat dat u op het apparaat spat of het
waterreservoir A11 te veel vult.
1.3 Vervang het water in het waterreservoir A11 elke dag. Voor het brouwen van
verse koffie hebt u vers water nodig. Anders kan de smaak van de koffie negatief
worden beïnvloed.
Copyright © 2020, Fast ČR, a.s.
A12 Keuzeknop, 3 opties
– koffie brouwen
, stand-by
modus
en stoom produceren
A13 Stoomketel (niet afgebeeld)
A14 Draaibare stoompijp
A15 Afneembaar toebehoren om melk
te schuimen
A16 Aan-uitschakelaar
A17 Roestvrij stalen filter voor 1 kopje
koffie
A18 Roestvrij stalen filter voor 2 kopjes
koffie
A19 Maatbeker voor koffie met stamper
2. HET APPARAAT INSCHAKELEN
2.1 Steek de stekker in het stopcontact. Controleer of het waterreservoir A11 gevuld
is met water, de lekbak A9 en het rooster A8 op hun plaats zitten en dat de knop
A12 is ingesteld op de stand-by modus.
2.2 Om het apparaat in te schakelen, draai de schakelaar A16 naar de ON-stand.
Lampje A2 zal branden.
2.3 Plaats onder de brouwkop A6 een kopje, waarin de koffie zal stromen. Controleer
of de knop A5 niet is ingedrukt, de modus Koffie brouwen ingeschakeld. Stel de
knop A12 op de stand om koffie te brouwen. Zodra er water uit de brouwkop
A6 begint te stromen, stelt u de knop A12 terug in de stand Stand-by. Deze
stap wordt uitgevoerd nadat het apparaat is ingeschakeld om water van het
waterreservoir A11 in de stoomketel A13 te pompen. In de stoomketel A13
wordt het water verwarmd tot de optimale temperatuur om koffie te stomen.
3. HET APPARAAT EN KOPJES OPWARMEN
3.1 Het maken van een hoogwaardig kopje espresso vereist dat het apparaat, de
filterhouder A7, filter A17 of A18 en kopjes worden opgewarmd. Dit wordt als
volgt gedaan.
3.2 Plaats een leeg koffiekopje ondersteboven op het oppervlak A1 en laat het
opwarmen.
3.3 Kies filter A17 of A18 en plaats deze in de filterhouder A7 zodat deze stevig langs
de gehele omtrek schuift. Monteer de filterhouder A7 onder de brouwkop A6
zodat het handvat naar links wijst. Deze positie wordt aangeduid met "INSERT" op
het frontpaneel van het apparaat. Om de filterhouder A7 aan de brouwkop A6 te
bevestigen, draai het handvat naar rechts, naar de stand "LOCK".
3.4 Wacht tot het lampje A3 brandt en stel de knop A12 opnieuw op de modus
Koffie brouwen. Uit de tuit van de filterhouder A7 zal heet water in het kopje
onder de tuit stromen. Als het lampje A3 dooft stelt u de knop A12 terug in
de standby-positie. Verwijder het kopje met heet water. Het opwarmen is nu
voltooid.
4. KOFFIE BROUWEN
4.1 Neem de filterhouder A7 uit het apparaat en droog het filter met een papieren
handdoek.
4.2 Plaats de filterhouder A7 op een vlakke ondergrond en giet de overeenkomstige
hoeveelheid gemalen koffie in het filter. Het filter voor één kopje A17 wordt
gevuld met één niveau van de maatbeker A19 voor koffie. Het filter voor twee
kopjes A18 wordt gevuld met een dubbele hoeveelheid koffie. Een niveau van
de maatbeker A19 is 7 g koffie. Verdeel de koffie gelijkmatig in het filter en stamp
de koffie voorzichtig aan met het platte uiteinde van de maatbeker A19.
4.3 Verwijder de koffie van de randen van het filter A17 of A18. Monteer de
filterhouder A7 onder de brouwkop A6 zodat het handvat naar links wijst. Deze
positie wordt aangeduid met "INSERT" op het frontpaneel van het apparaat. Om
de filterhouder A7 aan de brouwkop A6 te bevestigen, draai het handvat naar
rechts, naar de stand "LOCK".
4.4 Plaats één of twee opgewarmde kopjes onder de filterhouder A7. Zorg ervoor
dat de kopjes zich onder de tuit bevinden.
4.5 Als het lampje A3 brandt, stelt u de knop A12 op de modus Koffie brouwen.
Binnen enkele ogenblikken zal koffie in de kopjes beginnen stromen.
Opmerking:
Tijdens het brouwen, is het mogelijk dat het lampje A3 dooft.
Dit betekent dat de temperatuur van het water in de stoomketel
A13 zakt. Het lampje A3 zal opnieuw beginnen branden zodra
de stoomketel A13 het water opnieuw opwarmt tot de ideale
temperatuur.
Zodra het kopje voldoende koffie bevat, stelt u de knop A12 in de stand Stand-
by. Het brouwproces is nu voltooid. Een koffie brouwen duurt ongeveer 20 tot 30
seconden en het volume moet ongeveer 20 tot 30 ml bedragen.
Opmerking:
Zorg ervoor dat knop A5 zich in de stand Koffie brouwen bevindt.
Als de knop A5 zich in de stand Stoom vrijgeven bevindt, dan zal
de espressomachine geen koffie brouwen.
4.6 Als u het filter niet met gemalen koffie vult, dan kunt u heet water brouwen,
bijvoorbeeld voor thee, warme chocolade, enz.
4.7 Voordat u een andere kof koffie zet, moet u eerst de gebruikte koffie verwijderen,
het filter schoonmaken volgens de instructies in het hoofdstuk Onderhoud en
reiniging en het water uit de lekbak A9 verwijderen. Tijdens het terugplaatsen
van de lekbak A9 op zijn plaats, moet u deze helemaal tegen de achterwand van
het apparaat duwen.
Opgelet:
Het water in de lekbak A9 is heet. Bij het hanteren van de
lekbak A9 moet u zeer voorzichtig te werk gaan.
Tijdens het gebruik moet u regelmatig het waterpeil in het
waterreservoir A11 controleren en ervoor zorgen dat het
niet onder het minimum waterniveau zakt.
- 5 -
06/2020