3004812-2018-09-14
Alarmbeschrijving
xx yy
z
02 01
4
Eén of meer fasen tus-
sen de frequentieom-
vormer en de motor
zijn met aarde kortge-
sloten
02 02
4
De motorstroom van
de frequentieomvormer
overschrijdt 300% van
de toegestane waarde
02 03
4
Het frequentieomvor-
mer DC-circuit heeft
een te hoog span-
ningsniveau in verhou-
ding tot de max. waar-
den
02 04
2
Het frequentieomvor-
mer DC-circuit heeft
een te laag spannings-
niveau bij het starten
van de motor(en)
02 05
4
Het DC-circuit van de
frequentieomvormer
heeft een te laag span-
ningsniveau als de
VEX/CX unit stopt
02 06
4
De voeding naar de
frequentieomvormer
heeft een fase verloren
02 07
4
De voeding van de fre-
quentieomvormer naar
de motor(en) heeft een
fase verloren
02 08
4
De frequentieomvor-
mer is thermisch over-
belast (gebaseerd op
interne berekeningen)
02 09
2
De temperatuur op de
koelplaat van de fre-
quentieomvormer
wordt te hoog
02 10
4
De temperatuur op de
koelplaat van de fre-
quentieomvormer is te
hoog
Frequentieomvormer2
Fouten verhelpen
(Zie bijlage 1: 'Principeschetsen' voor de positie van kleppen, sensoren
e.d. alsmede luchtstroomrichtingen)
● Controleer de kabel tussen frequentieomvormer 2 en de mo-
tor.
● Controleer of er onderspanning naar frequentieomvormer 2 is.
● Controleer of er overspanning naar frequentieomvormer 2 is.
● Controleer of er onderspanning naar frequentieomvormer 2 is.
● Controleer of er onderspanning naar frequentieomvormer 2 is.
● Controleer de leiding van de voedingsaansluiting naar de
werkschakelaar in de VEX/CX-unit.
● Controleer de leidingverbinding van de werkschakelaar naar
frequentieomvormer 2.
● Controleer de kabel tussen frequentieomvormer 2 en de mo-
tor.
● Controleer daarna de motor op kortsluiting in de wikkelingen.
● Controleer of de temperatuur in frequentieomvormer 2 boven
de toegestane 35°C is geweest toen het alarm werd geacti-
veerd. Als de temperatuur te hoog is geweest, moet de instal-
latie opnieuw worden gestart als de luchttemperatuur tot onder
35°C gedaald is.
● Controleer of de temperatuur bij frequentieomvormer 1 in de
buurt ligt van de toegestane 35°C .
● Ga na of of er onbelemmerde doorgang is voor koellucht bij de
koelribben van de frequentieomvormer.
● Controleer of de temperatuur in frequentieomvormer 2 boven
de toegestane 35°C is geweest toen het alarm werd geacti-
veerd. Als de temperatuur te hoog is geweest, moet de instal-
latie opnieuw worden gestart als de luchttemperatuur tot onder
35°C gedaald is.
77/128
Alarmfunctie