Voorzorgsmaatregelen bij installatie
• Richt de camera niet rechtstreeks op lichtbronnen.
• Richt de camera niet op ramen of reflecterende voorwerpen. Dit kan resulteren in een slechte
beeldkwaliteit als gevolg van infrarood-LED's, omgevingslicht of reflecties van statuslampjes.
• Installeer de camera niet op donkere plaatsen, maar zorg voor voldoende licht. Voor een betere
beeldkwaliteit moet u ervoor zorgen dat de camera en het vast te leggen object zich onder
vergelijkbare lichtomstandigheden bevinden.
• Het wordt aanbevolen om de camera zo ver mogelijk uit de buurt van elektronische apparaten
zoals magnetrons, televisies, draadloze telefoons en babyfoons te installeren om signaalinterfer-
entie te voorkomen.
• Maak de lens regelmatig schoon met een zachte doek. Zorg ervoor dat de voedingsconnector
niet wordt blootgesteld aan water of vocht, of wordt geblokkeerd door vuil of andere stoffen.
• Installeer de camera niet op een plaats waar deze direct door regen of sneeuw kan worden
getroffen.
• De camera kan werken bij extreem koude temperaturen tot -20°C, omdat hij warmte genereert
wanneer hij wordt ingeschakeld. Voordat u de camera buiten installeert, dient u deze binnen een
paar minuten aan te laten staan.
74 - Nederland