Instellingen
Voor een betere herkenning van vingerafdrukken
Wanneer u uw vingerafdrukken scant op het apparaat, moet u rekening houden met de volgende
omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de prestaties van het apparaat:
Het apparaat herkent mogelijk vingerafdrukken niet als deze zijn veranderd door rimpels of littekens.
•
Het apparaat herkent mogelijk geen vingerafdrukken van kleine of dunne vingers.
•
Om de prestaties van herkenning te verbeteren, registreert u de vingerafdrukken van de vingers die
•
het meest worden gebruikt om taken uit te voeren op het apparaat.
Uw apparaat bevat een sensor voor vingerafdrukherkenning onderaan in het midden van het
•
scherm. Controleer of de screenprotector of het aanraakscherm op de plek van de sensor voor
vingerafdrukherkenning niet is bekrast of beschadigd door voorwerpen, zoals munten, sleutels,
pennen en kettingen.
Zorg dat het gebied rondom de sensor voor vingerafdrukherkenning en uw vingers schoon en droog
•
zijn.
Als u uw vinger buigt of uw vingertop gebruikt, herkent het apparaat uw vingerafdrukken mogelijk
•
niet. Druk op het scherm zodat uw vingertop over het brede oppervlak van het gebied voor de
vingerafdrukherkenning ligt.
Vingerafdrukken vastleggen
Tik op het scherm Instellingen op Beveiliging en privacy → Biometrie → Vingerafdrukken en volg de
instructies op het scherm om uw vingerafdruk te registreren. Na registratie kunt u de registratie van uw
vingerafdruk en zijn naam controleren door te tikken op Toegev. vingerafdrukken bekijken.
117