Bedieningspaneel en functies:
1. Aan/uit-knop. Gebruikt om de wasmachine aan en uit te zetten.
2. Ultrasone knop. Wordt gebruikt om de ultrasone functie te activeren. De bedieningstijd moet eerst
worden ingesteld. Anders wordt de functie niet geactiveerd.
3. Weergave. Geeft de huidige temperatuur aan. Wanneer de ultrasone functie is ingeschakeld,
wordt de resterende bedrijfstijd weergegeven.
4. Temperatuurinstelling. Als de temperatuurregelknop wordt ingedrukt, zal de sproeier automatisch het
water verwarmen en de vloeistoftemperatuur op ongeveer 60 °C houden. De blauwe kleur van de
temperatuurindicator geeft aan dat de v l o e i s t o f w o r d t verwarmd. De rode kleur geeft aan dat de
gewenste temperatuur is bereikt. Opmerking: de wasmachine verwarmt de vloeistof automatisch opnieuw
om deze op temperatuur te houden. De indicator wordt automatisch blauw voor de duur van de
heropwarming.
5. Ontgassingsknop. Wordt gebruikt om de ontgassingsfunctie te activeren. Na het inschakelen stelt de
wasmachine de werktijd automatisch in op 90 seconden en gaat het werklampje van de wasmachine groen
knipperen. In sommige gevallen kunnen er door chemische reacties luchtbellen (gasbellen) ontstaan in de
oplossing in de wasmachine. De gasbellen belemmeren de normale werking van d e w a s m a c h i n e .
Door de ontgassingsfunctie in te schakelen, w o r d e n
prestaties van d e w a s m a c h i n e verbeteren.
6. Oplossing looptijdregeling. Wordt gebruikt om de looptijd van de wasmachine in te stellen.
Mogelijke instellingen: 90s, 180s, 280s, 380s en 480s.
OPSLAG EN BEHANDELING
Zet de wasmachine niet aan als er geen water in zit. Het inschakelen van de wasmachine zonder water
1.
kan de wasmachine beschadigen.
Overbelast de wasmachine niet bij continu gebruik. Laat de wasmachine na 30 minuten continu
2.
gebruik nog 10 minuten rusten.
Laat geen water permanent in de wasmachine staan. Giet het water of de oplossing na gebruik
3.
uit de wasmachine. Als u water of een oplossing voor langere tijd in de wasmachine laat zitten,
kan deze beschadigd raken.
Verzorg de buitenkant van de wasmachine. Veeg achtergebleven water of oplossing onmiddellijk weg.
4.
Gebruik een vochtige handdoek om de wasmachine schoon te maken. Droog af na het wassen.
Sluit het apparaat niet aan met natte of vochtige handen.
5.
Droog en koel bewaren, niet in het zonlicht.
6.
HANDLEIDING
Verwijder het deksel, plaats de producten in de tank en vul deze met water. Het water moet de te
1.
reinigen voorwerpen reinigen, maar mag het maximale vloeistofniveau niet overschrijden.
Doe het deksel erop en sluit de wasmachine aan op de voeding. Druk op de "On/off" knop om het
2.
apparaat te starten. Op het display verschijnt de watertemperatuur.
Druk op de tijdinstelknop om de gewenste bedrijfstijd te selecteren. Op het display verschijnt 90s, druk
3.
nogmaals op de knop om de tijd te wijzigen in 180 seconden. Elke volgende klik verandert de tijd met 100
seconden.
Druk op de ultrasone knop om de ultrasone functie te activeren. De LED zal groen oplichten. Als je
4.
het ultrasone geluid wilt stoppen, druk je nogmaals op de knop, de LED gaat uit.
Druk op de temperatuurregelknop om de gewenste reinigingstemperatuur te selecteren. De LED zal
5.
blauw oplichten. Als u nogmaals op de knop drukt, stopt het apparaat met verwarmen en gaat de LED
uit. De maximale reinigingstemperatuur is 60 °C.
Als je klaar bent met werken, haal je de stekker uit het stopcontact, giet je het resterende water af en veeg
6.
je het apparaat droog.
REINIGINGSMETHODEN
Gewoon wassen
Gebruik water volgens de gebruiksaanwijzing. Giet het water uit als je klaar bent.
de g a s b e l l e n
3
verwijderd, waardoor de