Gebruik
· De onderdelen van de werklamp kunnen
los of gekoppeld worden opgeladen.
· Om ervoor te zorgen dat beide onderdelen van de
werklamp even helder schijnen, laadt u de werklamp
op als beide onderdelen met elkaar zijn gekoppeld.
U kunt de werklamp als volgt bedienen:
1. Druk 1x op de aan/uit-knop
(zie afb. A) om de
4
werklamp
in de meest heldere modus (100%) te
1
gebruiken.
2. Druk 2x op de aan/uit-knop om de werklamp met
een zwakker licht (modus 50%) te gebruiken.
3. Om de werklamp uit te schakelen, drukt u opnieuw
op de aan/uit-knop. De werklamp geeft bij een
volledig opgeladen accu ca. 2 uur licht.
Verlichtingsbereik van werklamp instellen
Door aan de lichtlijst
te draaien, stelt u het
2
verlichtingsbereik van de werklamp
traploos in een
1
bereik van ongeveer 90° in.
Werklamp koppelen/loskoppelen
Werklamp koppelen
1. Neem een werklamp
in de linker hand en de
1
tweede werklamp in de rechter hand.
2. Plaats de kunststof noppen
aan de voorkant van
7
de ene werklamp in de uitsparingen
aan de
6
voorkant van de andere werklamp. Hierbij maakt het
niet uit welke werklamp u in welke hand vasthoudt
(zie afb. B).
3. Zorg ervoor dat de pijlen op het voorste gedeelte van
de werklampen bij elkaar liggen, zodat de werklamp
na het koppelen een doorlopende lichtlijst vormt
(zie afb. B).
8
4. Draai met de rechter hand naar links en tegelijkertijd
met de linker hand naar rechts om de werklampen
via een klikmechanisme met elkaar te verbinden.
Pak de werklamp bij het koppelen bij de
lichtlijst vast en niet aan de handgreep.
Zo verkort u de hefboom en kunt u de
werklamp makkelijker verbinden.
Gebruik van de gekoppelde werklamp
Wanneer beide werklampen met elkaar zijn
verbonden, kunt u de lamp met elke van de twee
aan/-uitschakelaars als één werklamp bedienen.
Gekoppelde werklamp loskoppelen
1. Om de met elkaar verbonden werklampen
van
1
elkaar los te maken, pakt u de werklampen vast.
2. Draai met de rechter hand naar rechts en tegelijk-
ertijd met de linker hand naar links. Hierbij maakt
het niet uit welke werklamp u in welke hand
vasthoudt. De klikverbinding wordt losgekoppeld.
Positionering van werklamp
WAARSCHUWING Letselrisico!
De werklamp doet geen dienst als steun of handgreep.
U kunt letsel oplopen als u de werklamp als greep
gebruikt.
· Gebruik de werklamp niet om zich vast te houden of
om erop te steunen.
LET OP Gevaar voor beknelling en
kneuzing!
De werklamp beschikt over een uitklapbare greep.
Bij onachtzaam gebruik kunnen uw vingers in de
uitsparing van de uitklapbare greep bekneld raken en
kunt u letsel oplopen.
· Let bij gebruik van de uitklapbare greep op uw handen
en vingers.
U kunt uw werkgebied flexibel en optimaal verlichten
door een van de volgende opties te kiezen:
· Koppel werklamp
aan de tweede werklamp (zoals
1
beschreven in het hoofdstuk "Werklamp koppelen").
· Hang de werklamp met de uitklapbare, draaibare haak
op.
8
· Voor een stevigere houvast, plaatst u de werklamp met
de magneethouder
op magnetische oppervlakken.
11
· Gebruik de uitklapbare greep
om de werklamp neer
12
te zetten.
Werklamp ophangen
1. Koppel eventueel de twee werklampen
met elkaar
1
(zoals beschreven in het hoofdstuk "Werklamp
koppelen") (zie afb. B).
2. Klap de haak
bij de handgreep
uit.
8
3
3. U kunt de werklamp nu los of in gekoppelde staat
met behulp van de haak ophangen (zie afb. C).
Werklamp magnetisch bevestigen
Het uiteinde van de handgreep
bevat 3 magneten.
3
U kunt de werklamp
op deze plaats met de
1
magneethouder
op magnetische oppervlakken
11
bevestigen (zie afb. D). Controleer of de werklamp
stevig vastzit, voordat u deze loslaat. Afhankelijk van de
aard van het oppervlak kan het zijn dat de werklamp
afzonderlijk of in gekoppelde staat niet blijft zitten en
kan omvallen.
Werklamp plaatsen
1. Koppel de twee werklampen
aan elkaar (zoals
1
beschreven in het hoofdstuk "Werklamp koppelen").
2. Klap de uitklapbare grepen
aan beide handgrepen
12
90° naar boven of onder.
3
3. De werklampen kunnen nu zelfstandig staan
(afb. E).
Reiniging
Risico op schade!
OPMERKING!
Een niet-reglementair gebruik van de werklamp kan tot
schade aan de lamp leiden.
· Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, borstels
met metalen of nylonborstels of scherpe of metalen
reinigingsvoorwerpen zoals messen, harde spatels en
dergelijke. Deze kunnen het oppervlak beschadigen.
· Dompel de werklampen en de oplader nooit in water
of andere vloeistoffen onder.
· Zorg ervoor dat er geen water of andere vloeistoffen in
de behuizing kunnen dringen.
Bewaren
Alle onderdelen moeten voor de opslag volledig droog
zijn.
· Bewaar de werklamp in de originele verpakking op
een droge plaats.
Onderhoud
· Zorg ervoor dat de werklamp in goede staat blijft,
gebruik de lamp correct en reinig deze regelmatig.
· Houd er rekening mee dat de werklamp zichzelf kan
inschakelen als er sprake is van vocht, vuil of viezigheid
op het contactoppervlak. Reinig het contactoppervlak
met een droge doek.
· De lichtbron van deze werklamp kan niet worden
vervangen. Als de lichtbron is afgedankt, moet de
gehele werklamp worden vervangen.
9