32
Bijkomende
functies
LAATSTE
SCENE
WORDT
BEWAARD
Deze DVD
ontvanger
slaat de laatste scene
op die
van
de laatste disk werd weergegeven. De scene
wordt in het
geheugen
bewaard,
ook als
u
het
schijfje
uit het toestel
neemt
of het toestel uitschakelt. Indien
u een
schijfje plaatst
waarvan
de scene
werd
opgeslagen,
dan zal de scene
automatisch worden
opgeroepen.
Opmerking:
Dit toestel bewaart de scene
van een
disk niet
wanneer u
de DVD
ontvanger
uitschakelt
voor u
het
schijfje
heeft
gespeeld.
INSTELLEN
VAN DE
VIDEOMODUS
De Videomodus
instelling
werkt alleen als de
Progressieve
Scan modus op "Aan"
staat
in het
instelmenu.
?
Bij bepaalde schijfjes
kan het
zijn
dat het
weergavebeeld
flikkert of dat Dot Crawl in rechte
lijnen
wordt
getoond.
Dat betekent dat de verticale
interpolatie
of De-interlace niet
volledig
overeenstemmen met
het
schijfje.
In dat
geval
kan
de beeldkwaliteit worden verbeterd door de
videomodus
te
wijzigen.
?
Om de videomodus
te
wijzigen,
houdt
u
DISPLAY
ongeveer
3 seconden
ingedrukt tijdens
de
weergave. Het nieuwe
geselecteerde
videomodus-
nummer
wordt op het TV-scherm weergegeven.
Controleer of de videokwaliteit verbeterd is. Indien
dat niet het
geval
is,
herhaal dan de bovenstaande
procedure
tot
de beeldkwaliteit beter is.
?
Videomodus
volgorde:
MODE1
→
MODE2
→
MODE3
→
MODE1
?
ndien
u
de
stroom
uitschakelt,
dan
gaat
de
videomodus
opnieuw
in haar
beginstand (MODE1).
Tip:
Specifieke beschrijving
van
elke video-
modus
MODE1: Het bronmateriaal
van
de DVD-video
(film-of
videomateriaal)
wordt
bepaald
door de informatie op de
schijf.
MODE2: Geschikt
voor
het
afspelen
van
filmbeelden of
filmmateriaal die
volgens
de
progressieve
scan-modus
methode
zijn
opgenomen.
MODE3: Geschikt
voor
het
afspelen
van
videobeelden
van
korte duur.
SELECTEREN
VAN HET
SYSTEEM
U
moet
de
gepaste
systeemmodus
voor uw
televisietoestel selecteren. Indien
er
NO DISC wordt
weergegeven in het
displayvenstertje,
druk dan
minstens 5 seconden
lang
op PAUSE/STEP
om een
systeem
te
kunnen selecteren
(PAL,
NTSC,
of
AUTO).
Als het
geselecteerd
systeem
met
het
systeem
van
uw
tv-toestel niet
overeenkomt,
is het
mogelijk,
dat
de
uitzendingen
niet in kleur worden
ontvangen.
AUTO:
Kiezen,
als de
DVD-ontvanger
op
een
multi
system
tv-toestel is
aangesloten.
NTSC:
Kiezen,
als de
DVD-ontvanger
op
een
NTSC
tv-toestel is
aangesloten.
PAL:
Kiezen,
als de
DVD-ontvanger
op
een
PAL tv-toestel is
aangesloten.