3.3)
Uitgangen (sensor) voor type 800
Spanning
Stroom
Vermogen
Inwendige weerstand
Voor groep
Max. uitwendige inductie
Max. uitwendige capaciteit
Max. verhouding
inductie/weerstand
3.4)
Bereik omgevingstemperatuur
Voor type 700 en type 800
4)
Markering
II 2 G
–40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
- type
Signaalverwerkend instrument type 700
Signaalverwerkend instrument type 800
5)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik / Instructies voor installatie
5.1)
Het signaalverwerkend instrument moet worden gemonteerd in een behuizing met een minimale
beschermingsgraad van IP20 volgens EN 60529.
5.2)
Het signaalverwerkend instrument moet zodanig in een behuizing worden gemonteerd, dat de afstand
tussen de aansluitvoorzieningen en de geaarde metalen delen hemelsbreed minstens 3 mm bedraagt.
ATEX installatie-instructies
Bekrachtiging
(pen 7–8)
Uo
10,5 Vdc
Io
2,45 A
Po
2,54 W
4,32 Ω
Ri
IIC
IIB
5,9 μH
24 μH
Lo
2,41 μF
16,8 μF
Co
5,5 μH/Ω
22 μH/Ω
Lo/Ro
Ta
- beveiligingstype
EEx ib IIB/IIC T5
Ex ib IIB/IIC T5
MVD™ Direct Connect™-meters
Pick-off-
schakelingen
(J4 pen 3 t/m 6)
17,3 Vdc
18,05 mA
30 mW
IIC
IIB
109 mH
436 mH
2,06 μF
353 nF
1,19
4,75
mH/Ω
mH/Ω
–40 °C tot +60 °C
Temperatuur-
schakelingen
(J4 pen 1, 2 en 9)
17,3 Vdc
4,61 mA
20 mW
IIC
IIB
1,67 H
6,69 H
2,06 μF
353 nF
1,78
7,14
mH/Ω
mH/Ω
3