Wij adviseren tevens om de wikkelbuis aan het tegenlager vast te schroeven.
Opgelet
De buismotor mag niet in de wikkelbuis geslagen worden. Ook mag u hem niet in de wikkel-
buis laten vallen! De bevestiging van het pantser is alleen mogelijk met behulp van om-
hoogschuifbeveiligingen. Wij adviseren om minstens 3 stuks per meter wikkelbuis te ge-
bruiken.
1
2
Monteer de buismotor met de betreffende ring (1) en meenemer (2). Als de ring meerdere groeven
heeft, kiest u de passende groef en schuift u de ring (1) op de loopring.
Vervolgens schuift u de buismotor met de voorgemonteerde ring (1) en meenemer (2) passend in de
buis. Let op dat de ring en de meenemer goed in de buis geplaatst zijn.
Hang de gemonteerde module bestaande uit buis, buismotor en tegenlager in de kast en borg de buis-
motor overeenkomstig de bevestigingswijze van het muurlager met splitpen of veerstekker.
Plaats de wikkelbuis zodanig dat het rolluikpantser door middel van veren bevestigd kan worden of monteer de omhoogschuifbe-
veiligingen volgens instructies van de fabrikant.
De inbedrijfstelling kan plaatsvinden met de schakelaars (art. nr. 4901 001 158 0) of het daarvoor be-
stemde bedieningselement.
Verbind de aansluitdraden van de buismotor met dezelfde kleur bedrading van de schakelaarset of van
het bedieningselement en schakel daarna de netspanning in. Controleer de looprichting. Als de loop-
richting van het rolluikpantser/de zonwering niet overeenstemt met het bedieningselement, verwissel
dan de aansluitdraden zwart en bruin van de buismotor met elkaar.
Opgelet
De schakelaarset is niet geschikt voor langdurige bediening, maar alleen bedoeld voor de
inbedrijfstelling!
Motorkabel leggen
Leg en fixeer de motorkabel stijgend t.o.v. de buismotor. De motorkabel mag niet in de wikkelruimte
uitsteken. De eventueel aanwezige externe antenne mag niet worden ingekort of beschadigd en in de
wikkelruimte uitsteken. Bedek scherpe randen.
Er moet een vaste aanslag in de bovenste eindpositie aanwezig zijn en er moeten omhoog-
schuifbeveiligingen gemonteerd zijn.
Let bij de inbedrijfstelling en bij later gebruik op een lichte en storingsvrije loop van het rol-
luikpantser in op- en neerwaartse richting.
Instellen van de eindposities is niet nodig.
Functiecontrole
Laat voor de eindcontrole het rolluik naar beide eindposities lopen. De eindposities worden automatisch herkend.
Opgelet
De buismotoren zijn ontworpen voor een korte looptijd (bedrijfssoort; zie technische gege-
vens). Een ingebouwde thermische veiligheidsschakelaar voorkomt oververhitting van de
buismotor. Bij de inbedrijfstelling (lang rolluikpantser of lange looptijd) kan de thermische
veiligheidsschakelaar geactiveerd worden. De buismotor wordt dan uitgeschakeld. Na een
korte afkoeltijd is de installatie weer gereed voor gebruik.
De volledige inschakelduur bereikt de buismotor pas, wanneer deze is afgekoeld naar om-
gevingstemperatuur. Vermijd herhaaldelijk activeren van de thermische veiligheidsschake-
laar.
Een correct geïnstalleerde buismotor schakelt bij het herkennen van een buitengewoon sterke toename van de belasting (bijv. aan
de vensterbank vastgevroren eindlijst) uit.
8 - nl
Instellen van de eindposities
Blokkeerherkenning bij OMHOOG