Voorbeelden van toepassingsgebieden
Inzetgebied: Begeleidende buisverwarming
(type HK-2,5-F tot HK-25,0-F)
Begeleidende buisverwarmingen kunnen aan praktisch iedere buis geïnstalleerd worden om deze
tegen bevriezen te beschermen of de benodigde temperatuur in warmwaterleidingen te houden
(bijvoorbeeld voor de bevoorrading van drinkwater van dieren buiten en in stallen).
De volledig voorgemonteerde en direct inzetklare verwarmingskabel bevat een thermostaat die een
energiebesparende regeling van de verwarmingskabel garandeert. De thermostaat schakelt zich
automatisch in (bij ca. +5°C) zodat het bevriezen van de leiding uit te sluiten is.
Aanwijzingen voor het leggen:
Leg eerst de thermostaat met de vlakke zijde naar onder op de koudste plaats van de leiding en zet
hem zo vast met zelfklevende aluminiumfolie dat er het grootst mogelijke contact met de leiding is.
Naargelang de nodige verwarmingscapaciteit wordt de verwarmingskabel onder de leiding gelegd of
kan de verwarmingskabel ook om de leiding gewikkeld worden. Minimale afstand tussen de lussen
ca. 10 cm. Er moet op gelet worden dat de gehele verwarmingsleiding aan de buis bevestigd wordt.
Het inkorten van de verwarmingsleiding is niet toegelaten.
De verwarmingskabel wordt op regelmatige afstanden met een zelfklevende aluminiumfolie aan de
leiding gekleefd zodat een continu contact tussen verwarmingskabel en leiding gegarandeerd is en
het indrukken van de verwarmingskabel in de isolatie van de buis uitgesloten wordt.
Bij kunststofbuizen moet voor een betere warmteoverdracht de buis daarna met zelfklevende
aluminiumfolie omwikkeld worden.
Voor het aanbrengen van de buisisolatie moet een visuele controle op beschadigingen uitgevoerd
worden.
Dan moet de buisisolatie met in de handel gebruikelijke isolatiematerialen (K-waarde minstens 0,035
W/mK) bevestigd worden. Dit is voor de gewenste bescherming tegen vorst dwingend noodzakelijk en
vermindert het stroomverbruik.
Tot slot moet de netaansluiting van de verwarmingskabel met een met max. 6 A beveiligd stopcontact
(230 V) verbonden worden.
Op de buisisolatie moet op regelmatige afstanden (4 m) een merketiket aangebracht worden die wijst
op de verwarming van de leiding. Het gebruik van een verwarmingsleiding in combinatie met een FI-
schakelaar wordt aanbevolen.
Inzetgebied: Teelten en kweken van planten
Elektrische verwarmingskabels bieden een doeltreffende hulp bij het kiemen en versnelt de groei door
de verwarming van de aarde, speciaal voor warme bakken.
De verwarmingskabel wordt in de vorm van meanders op het bodemoppervlak uitgelegd volgens de
individuele omstandigheden. Daarbij kunnen afstandshouders gebruikt worden. Het inbouwen in een
estriklaag is zinvol.
De inbeddiepte van de verwarmingskabel is in hoofdzaak afhankelijk van de structuur van de planten.
De planten mogen met hun wortels niet in contact met de verwarmingskabel komen.
Om te verhinderen dat de verwarmingskabel bij het gebruiken van tuintoestellen beschadigd wordt,
kan een mat uit bouwstaal gelegd worden. Ook een waarschuwingsbord dat op de verwarming van de
tuinbedden opmerkzaam maakt, kan aangebracht worden.