ONDERHOUD
Motorolie verversen
OPMERKING: Voordat u de olie ververst, moet u de
motor enkele minuten laten lopen zodat de olie warm
wordt. Warme olie stroomt beter en voert
verontreinigingen beter af.
Raadpleeg het onderdeel Configuratie – Motorolietype
om te zorgen dat u de juiste klasse olie gebruikt.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zorg dat de brandstoftank leeg is. Zie
Voorbereidingen voor stalling.
3. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
4. Maak de bougiekabel los van de bougie.
5.
Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien
en eruit te trekken.
6. Kantel de maaier op de zijkant (met het luchtfilter
naar boven) om de oude olie uit de vulbuis te laten
lopen.
(Zie fig. 27)
7.
Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de
maaimachine terug in de werkstand.
8. Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van het
oliecarter in de vulbuis.
Fig. 2 7
1
2
9.
Wacht tot de olie in de motor gezakt is.
10. Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
11. Steek de peilstok in de vulbuis, draai hem aan en
opnieuw los, en verwijder de peilstok.
12. Lees het oliepeil af van de peilstok. Zie Motoroliepeil
controleren.
• Als het peil op de peilstok te laag staat, giet
dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in
de vulbuis, wacht even tot de olie gezakt is en
herhaal stap 10 tot en met 12 totdat de peilstok
het juiste peil aangeeft.
• Als het oliepeil op de peilstok te hoog is, tapt u de
overtollige olie af tot de peilstok het juiste oliepeil
aangeeft.
BELANGRIJK: Als het oliepeil in het motor te hoog of
te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze
beschadigen.
13. Plaats de peilstok terug in de vulbuis en schroef hem
vast.
14. Voer de oude olie af volgens de voorschriften van de
plaatselijke overheid.
15. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt
uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de
bougie.
Fig. 2 8
Onderhoud van de bougie
Onjuist onderhoud, gebruik van ongeschikte
reserveonderdelen of aanpassing van de bougie kan
ernstig en dodelijk letsel tot gevolg hebben.
BELANGRIJK: Als de bougie gebarsten of vuil is, moet
deze worden vervangen. U mag de elektroden niet
reinigen omdat hierdoor gruis in de motor terecht kan
komen wat de motor kan beschadigen.
Vervang de bougie elk seizoen.
1.
2. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
3. Maak de omgeving van de bougie schoon.
4. Verwijder de bougie van de motor.
Meet de elektrodenafstand (1 en 2) met een voelermaat
(3). Stel de elektrodenafstand indien nodig terug in op
0,51 mm. Monteer de bougie en draai aan tot 20 N·m.
(Zie fig. 28)
21
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.