[Bedieningsstand]
(Verschuiven)
[OFF]
Beweging tijdens het opnemen van films wordt gecorrigeerd
langs de verticale as, de horizontale as en langs de as van
verdraaiing, helling of kanteling door de beeldstabilisatiefunctie in
de lens, de beeldstabilisatiefunctie in de body en de elektronische
[E-stabilisatie
beeldstabilisatiefunctie te gebruiken. (Hybride beeldstabilisatiefunctie over
(Video)]
5 assen)
[ON] / [OFF]
Hiermee kunt u het beeldstabilisatie-effect verbeteren tijdens het opnemen
van films.
[ON] / [OFF]
[I.S.-
vergrendeling
(Video)]
Als de brandpuntsafstand niet automatisch wordt ingesteld, kunt u deze
handmatig instellen.
[Brandp.afst.
instellen]
De brandpuntsafstand van een lens instellen
→
[Opname] /
→ [Brandp.afst. instellen]
1
Voer een brandpuntsafstand in
: Selecteer het onderdeel (cijfer)
: Instelling
2
Druk op [MENU/SET]
Het schudden van de camera is correct voor op/neer,
(Normaal)
links/rechts en draaibewegingen.
Toestel schudden wordt gecorrigeerd voor op/
neerbewegingen. Deze instelling is ideaal voor
verschuiven.
[Stabilisatie] werkt niet. ([
• Wanneer u een lens met een [O.I.S.]-schakelaar
gebruikt, stelt u de schakelaar in op [OFF].
• Wanneer [ON] is geselecteerd, wordt de kijkhoek van opgenomen films
mogelijk smaller.
• Dit effect werkt alleen tijdens het opnemen. [
opnamescherm weergegeven.
• Als u de compositie tijdens het opnemen wilt wijzigen, zet u het
effect eerst op [OFF] en beweegt u vervolgens de camera. Gebruik de
relevante functieknop om de instelling tijdens het opnemen te veranderen.
(→29)
• Wanneer een handmatig geselecteerde brandpuntsafstand is ingesteld,
wordt er een bevestigingsscherm weergegeven waarin u wordt gevraagd
de brandpuntsafstand te wijzigen nadat u de camera hebt ingeschakeld.
[Bewegend beeld] → [Stabilisatie]
Opnemen
])
] wordt op het
DVQX1385 (DUT)
47