Gebruiksaanwijzing
2.2 Starten, rijden en stoppen
Richtlijnen voor het rijden
• Wie het voertuig gebruikt moet voldoende zijn
opgeleid voor het gebruik en bedienen van de City
Ranger 2260 .
• Rijd niet op een helling steiler dan 12% .
Uit ervaring weten we echter dat deze machine onder
bepaalde omstandigheden een steilere helling aankan,
max . 21° max . 10 min . (Zie 1 . 1 . Veiligheid, pagina 7)
• Rijd altijd voorzichtig .
• Vergeet niet dat de City Ranger 2260 een relatief hoog
en smal voertuig is .
Bochten moeten met lage snelheid worden genomen .
• Laat de motor niet draaien in een afgesloten ruimte:
gevaar van verstikking .
• De remweg van het voertuig neemt toe wanneer de
weg nat en/of wanneer het voertuig beladen is .
• Wees u bewust van de stuurgevoeligheid en
reactiviteit .
• Doe altijd uw veiligheidsgordel om .
• Rijd nooit met een open deur .
• Als een alarmlampje brandt of knippert tijdens het
rijden, zet het voertuig dan stil op een veilige plaats en
raadpleeg deze handleiding . (Zie Hoofdstuk 1 .6)
• Houd u altijd aan de plaatselijke verkeersvoorschriften .
Voordat het voertuig wordt gestart, moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan
1 . De schakelaars (PTO vóór) en (PTO achter) moeten
op 'inactief' staan (middelste stand op schakelaar) .
(Afbeelding 1)
2 . Het sleepventiel moet worden gesloten .
(Afbeelding 2)
3 . De bestuurder moet in de cabine zitten .
4 . Het rempedaal moet helemaal ingetrapt worden (deel
1 . 9 ), of de parkeerrem moet ingeschakeld zijn (deel 1 .6) .
42
1
PTO vóór - PTO achter
2
Sleepventiel in gesloten stand
Gebruiksaanwijzing City Ranger 2260