5 Voor de installatie
Afb.9
Warmtepomp opgesteld naast het
buffervat
m i n
5 0 0
8 4
4
m i n
. 1 0
0 m
a x .
6 0 0
m i
Afb.10 Warmtepomp opgesteld op het buf
fervat
5 0 0
1 9
6 8
0 0
n . 5
m i
16
200GT
. 1 8
0 0
m a
x . 2
3 0 0
m i
n .
2 5
0
1
1 2 0
( 1 )
3 2 0
0 0
n . 5
MW-6000041-1
1 1 0
0
m i
n .
2 5
0
1
1 1 3
( 1 )
3 2 0
MW-6000042-1
Zie
Warmtepomp installatie- en servicehandleiding.
(1) Afstand kan variëren, afhankelijk van de aangesloten accessoires
Als het buffervat aan de linkerkant van de warmtepomp is geplaatst, laat
dan een ruimte van maximaal 60 cm vrij tussen de warmtepomp en het
buffervat om de toegang tot de inlaat- en uitlaatfittingen van geothermi
sche sondes van de warmtepomp te vergemakkelijken.
Als het buffervat aan de rechterkant van de warmtepomp is geplaatst,
laat dan een ruimte van minimaal 10 cm en maximaal 60 cm vrij tussen
de warmtepomp en het buffetvat.
(1) Afstand kan variëren, afhankelijk van de aangesloten accessoires
7614149 - v02 - 20042015