WAARSCHUWING:
pinnen zijn kwetsbaar en elk direct contact met de pinnen kan deze beschadigen. Houd de connector alleen aan de
zijkanten vast om contact met de pinnen te voorkomen.
2. Plaats de vier schroeven (M2x3.5) terug waarmee de CAMM-module aan de systeemkaart wordt bevestigd.
3. Plaats de beugel van het geheugen en plaats de twee schroeven (M2x6) terug waarmee deze aan de CAMM-module wordt bevestigd.
Vervolgstappen
1. Installeer de onderplaat.
2. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Geheugenmodules
De geheugenmodule verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de onderplaat.
Over deze taak
OPMERKING:
Voor modellen die worden geleverd met een SODIMM-configuratie
De afbeelding geeft de locatie van de geheugenmodule aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
34
Onderdelen verwijderen en plaatsen
Raak bij het hanteren van de geheugenconnector de pinnen op de connectormodule NIET aan, de
gewerkt.
werken.